Toelichting Het Raadsel van Kana

Dit is de toelichting op het artikel Het Raadsel van Kana. Lees dat eerst!

Het Bijbelgedeelte waar dit verhaal in staat, luidt zo (HSV):

En op de derde dag was er een bruiloft te Kana in Galilea; en de moeder van Jezus was daar. En Jezus was ook voor de bruiloft uitgenodigd, en Zijn discipelen. En toen er een tekort aan wijn ontstond, zei de moeder van Jezus tegen Hem: Zij hebben geen wijn meer. Jezus zei tegen haar: Vrouw, wat heb Ik met u te doen? Mijn uur is nog niet gekomen. Zijn moeder zei tegen de dienaars: Wat Hij ook tegen u zal zeggen, doe het. En daar waren zes stenen watervaten neergezet, volgens het reinigingsgebruik van de Joden, elk met een inhoud van twee of drie metreten (80-120 liter). Jezus zei tegen hen: Vul de watervaten met water. En zij vulden ze tot aan de rand. En Hij zei tegen hen: Schep er nu iets uit en breng het naar de ceremoniemeester; en zij brachten het. Toen nu de ceremoniemeester het water geproefd had, dat wijn geworden was – hij wist niet waar de wijn vandaan kwam, maar de dienaars die het water geschept hadden, wisten het – riep de ceremoniemeester de bruidegom. En hij zei tegen hem: Iedereen zet eerst de goede wijn voor, en wanneer men er goed van gedronken heeft, daarna de mindere; u hebt de goede wijn tot nu bewaard. Dit heeft Jezus gedaan als begin van de tekenen, te Kana in Galilea, en Hij heeft Zijn heerlijkheid geopenbaard; en Zijn discipelen geloofden in Hem.

Niet in alle vertalingen is de verwijzing van Jezus naar het verhaal van Elia en de weduwe van Zarphat even duidelijk.

Oude Statenvertaling
1 Kon 17:18 Wat heb ik met u te doen, gij man Gods?
Joh 2:4 Vrouw, wat heb Ik met u te doen?

Herziene Statenvertaling
1 Kon 17:18 Hoe heb ik het nu met u, man Gods?
Joh 2:4 Vrouw, wat heb Ik met u te doen?

NBV21
1 Kon 17:18 Wat heb ik u misdaan, godsman?
Joh 2:4 Vrouw, wat wilt u van me?

Lezers van de Oude Statenvertaling zal de overeenkomst direct opvallen, bij de Herziene is dat moeilijk geworden, terwijl die bij de NBV21 totaal verloren is gegaan.

In het Grieks van de Septuaginta en van het evangelie is het wel heel duidelijk. Beide zinnen beginnen precies hetzelfde.
1 Kon 17:18 Τί ἐμοὶ καὶ σοί, ἄνθρωπε τοῦ θεοῦ – Ti emoi kai soi anthroope tou Theou
Joh 2:4 τί ἐμοὶ καὶ σοί, γύναι – Ti emoi kai soi gunai

In het Hebreeuws is het nog een beetje mooier, omdat de woorden voor “man” en “vrouw” hetzelfde beginnen.

מַה־לִּ֥י וָלָ֖ךְ אִ֣ישׁ הָאֱלֹהִ֑ים – Mah li walag, Iesh ha’elohim.  1 Kon 17:18

מַה־לִּ֥י וָלָ֖ךְ אִשָּׁהMah li walag, Iesh-ah. Joh. 2:4

Zo zal Jezus het wel gezegd hebben, als een direct Bijbelcitaat in het Hebreeuws. De spreektaal was Aramees, dus dan viel het Maria direct op als citaat. Dat Jezus tot zijn moeder Grieks heeft gesproken, is heel onwaarschijnlijk. De auteur heeft het Hebreeuws letterlijk woord voor woord vertaald in het Grieks. De lezers in die tijd zullen tekst uit de Septuaginta direct herkend hebben.

Zonder deze uitleg, dat Jezus Maria een Schriftraadsel opgaf, lijkt het gedrag van Jezus vreemd.

    1. Jezus lijkt zijn moeder ronduit bot te behandelen.
    2. Als Jezus met “mijn tijd is nog niet gekomen” zijn tijd van optreden had bedoeld, is Hij wel heel snel van gedachten veranderd als hij direct daarop Zijn eerste wonder ging doen.

Dit is niet de enige keer dat Jezus iemand een schriftraadsel geeft. Bij de ontmoeting met Nathanaël, doet hij het ook! Misschien zet ik dat ook een keer uitgewerkt op de site.