Zondeval en Kruis

In Genesis 3 lezen we over de zondeval. In de Evangeliën lezen we over het lijden, dood en opstanding van Christus. Er zijn opvallende parallellen! We lopen het verhaal langs.

Peter Paul Rubens -Kruisoprichting - OLV Kathedraal Antwerpen
    • Genesis 3:8 – De mens verborg zich voor God – God verborg zich voor Jezus, 3 uur (Mattheus 27:45).
    • Genesis 3:9 – God riep de mens, terwijl hij dat niet had hoeven doen – Christus riep God, maar kreeg geen antwoord (Mattheus 27:46).
    • Genesis 3:12,13 – De mensen probeerden hun schuld af te schuiven – Hij nam de schuld op zich, Hij verdedigde zich niet tegen valse beschuldigingen (Mattheus 27:14)
    • Genesis 3:18 – De aarde werd vervloekt. Hij zou doorns en distels voortbrengen – Jezus droeg een doornenkroon. Met “Zie de mens, (zie Adam)” wees Pilatus zonder het te beseffen op Genesis 3 (Johannes 19:5).
    • Genesis 3:19 –  In het zweet des aanschijns zult gij brood eten – Christus zweette in de hof, bloeddruppels zelfs (Lukas 22:44).
    • Genesis 3:23 – De mens uit de hof verbannen – Christus moest buiten de stad lijden en werd “verbannen uit het land der levenden” (Jesaja 53:8).
    • Genesis 3:24Twee engelen weerden de mens uit de hof om daar buiten te sterven – twee engelen ontvingen Jezus, uit de dood opgestaan, in een hof (Johannes 20:12).
Penning Zondeval en Kruisiging - Klik voor de andere zijde en de details bij de Universiteitsbibliotheek van Gent

Nergens in het Nieuwe Testament staan bovenstaande overeenkomsten zo op een rij, maar de apostel Paulus heeft de vergelijking tussen de zondeval en de kruisdood van Jezus op verschillende plaatsen vermeld.

    • De mens wilde wijs worden – God heeft daar tegenovergesteld de dwaasheid van de prediking van het kruis (1 Korinthe 1:18-31).
    • De mens was ongehoorzaam – Christus was gehoorzaam tot de dood (Romeinen 5:12-21).
    • Wij werden vervloekt – Hij is voor ons tot vloek geworden (Galaten 3:13-14)

Christus heeft dus elke actie, gevolg, straf en vloek van de zondeval op zich genomen. In detail! Het lijden van Christus past op de zondeval als een sleutel op een slot. Geen mens kan dit bedacht hebben!

Toelichting op de schilderijen

Jan Brueghel de Oude en Peter Paul Rubens – Het aards paradijs met de zondeval van Adam en Eva – Mauritshuis

Het aardse paradijs met de zondeval van Adam en Eva

Adam en Eva in een weelderig paradijs, op het moment dat ze van de verboden vrucht gaan eten. Als  je goed kijkt, zie je links boven Adam een druiventros hangen. Die verwijst naar Christus – “Want dit is Mijn bloed, het bloed van het nieuwe verbond, dat voor velen vergoten wordt tot vergeving van zonden.

Peter Paul Rubens -Kruisoprichting – OLV Kathedraal Antwerpen

In dit schilderij van Rubens staan alle mensen afgebeeld in Oosterse kledij, zoals men zich dat toen voorstelde. Behalve de ene soldaat, die heeft de uitrusting zoals in de tijd van Rubens gebruikelijk was. Rubens wil hiermee zeggen: Die soldaat, dat ben jij!

Zaligsprekingen

In een tijd waarin door geweld de emoties oplopen, is het goed om te kijken naar de wetten van het Koninkrijk van God. Dat zijn de Zaligsprekingen van Jezus.

Zalig zijn de armen van geest,

want van hen is het Koninkrijk der hemelen

Zalig zijn zij die treuren,

want zij zullen vertroost worden.

Zalig zijn de zachtmoedigen,

want zij zullen de aarde beërven.

Zalig zijn zij die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid,

want zij zullen verzadigd worden.

Zalig zijn de barmhartigen,

want aan hen zal barmhartigheid bewezen worden.

Zalig zijn de reinen van hart,

want zij zullen God zien.

Zalig zijn de vredestichters,

want zij zullen Gods kinderen genoemd worden.

Zalig zijn zij die vervolgd worden om de gerechtigheid,

want van hen is het Koninkrijk der hemelen.

Wat kun je uit de structuur halen?

Voor wie zijn ze bestemd? Wil Jezus met deze woorden alleen zijn volgelingen bemoedigen, als ze het moeilijk hebben? Je kan veel halen uit de vorm van deze zaligsprekingen.

Acht

Het zijn acht zaligsprekingen. Dat staat voor eeuwigdurend. Het aantal weekdagen is het volmaakte zeven. De achtste dag is weer dag één van de nieuwe week. Enzovoort. Jezus heeft dit benadrukt door de eerste en achtste zaligspreking dezelfde belofte te geven: ‘want van hen is het Koninkrijk der hemelen‘. Weer opnieuw naar het begin dus.

Twee delen

Ze zijn ook verdeeld in 2 maal 4. Dit wordt aangegeven door het tweemaal voorkomen van ‘de gerechtigheid‘. Hierdoor lijken ze op de twee stenen tafelen van de tien geboden. Een nieuwe wet.

Voor wie?

Is er ook een negende? Soms wordt dat gedacht. Het vervolg luidt namelijk:

Mattheüs 5:11 Zalig bent u als men u smaadt en vervolgt, en door te liegen allerlei kwaad tegen u spreekt, omwille van Mij. Verblijd en verheug u, want uw loon is groot in de hemelen, want zo hebben ze de profeten vervolgd die er vóór u geweest zijn.

Dit is in wezen de achtste zaligspreking, maar dan speciaal toegepast op Jezus’ volgelingen. Let op ‘u‘ in plaats van ‘zij‘. Juist hieruit kunnen we opmaken dat de acht zaligsprekingen universeel bedoeld zijn, voor iedereen!

De acht zaligsprekingen op de deur van de Domkerk van Oslo

Wat moet je met de Zaligsprekingen?

De Zaligsprekingen van Jezus zijn een belofte voor de toekomst en een richtlijn om te leven. Daarover hebben anderen goed geschreven.

Bijvoorbeeld

Thomas

Herschepping

Zij lacht

Persoonlijk helpen de Zaligsprekingen me om, over ze mediterend, weer enigszins tot rust te komen als er volop reden is om over op te winden.

“Thou wilt keep him in perfect peace, whose mind is stayed on thee’. Isaiah 26:3 (KJV)

Kees Visser

14-10-2023

De gordel en sandalen van Petrus

De muren van de Kamers van Rafaël in het Apostolisch Paleis in het Vaticaan zijn beschilderd met prachtige fresco’s. Boven een raam lijkt zich een kamertje te bevinden met tralies ervoor. Het is de gevangenis van Petrus. Het verhaal hiervan staat in Handelingen 12:1-8

Omstreeks die tijd nam koning Herodes enkele leden van de gemeente gevangen en mishandelde hen. Jakobus, de broer van Johannes, liet hij met het zwaard ter dood brengen. Toen hij zag dat de Joden hier gunstig op reageerden, liet hij ook Petrus aanhouden – dat was tijdens het feest van het Ongedesemde brood. Na de arrestatie sloot hij hem op in de gevangenis, waar hij hem door vier groepen soldaten van steeds vier man liet bewaken, met de bedoeling hem na het pesachfeest ten overstaan van het volk te berechten. Terwijl Petrus onder zware bewaking zat opgesloten, bleef de gemeente vol vuur voor hem bidden tot God.
In de nacht voordat Herodes hem zou laten voorkomen, lag Petrus te slapen tussen twee soldaten, aan wie hij met twee kettingen was vastgeketend. Ook voor de deur van de kerker stonden bewakers. Toen verscheen er plotseling een engel van de Heer en een stralend licht vulde de hele ruimte. De engel stootte Petrus aan om hem wakker te maken en zei: ‘Vlug, sta op.’ Meteen vielen de ketenen van zijn handen. De engel zei tegen hem: ‘Doe je gordel om en trek je sandalen aan.’ Dat deed hij. (NBV21)

Gordel en sandalen. Het lijken onbelangrijke details. Niet voor Petrus! Als God spreekt, heeft Hij aan één of twee woorden genoeg!

Toen Petrus gevangen was genomen, zal hij zal zeker gedacht hebben aan wat Jezus als laatste tegen hem persoonlijk gezegd had:

Johannes 21:18,19 Werkelijk, Ik verzeker je, toen je jong was deed je zelf je gordel om en ging je waarheen je wilde, maar wanneer je oud wordt zal een ander je handen grijpen, je je gordel omdoen en je brengen waar je niet naartoe wilt.’ Met deze woorden duidde Hij aan hoe Petrus zou sterven tot eer van God. Daarna zei Hij: ‘Volg Mij.’ (NBV21)

‘Nu was het dus zover. Na Jacobus, zou hijzelf sterven. Tot eer van God’. Met die gedachte zal hij in slaap zijn gevallen. Het ‘Doe je gordel om‘, zegt juist dat zijn tijd nog niet is gekomen!

En dan de sandalen. De enige andere plaats in de Bijbel over sandalen is Marcus 6:9. Toen Jezus zijn discipelen uitstuurde, zei Hij dat ze naast hun kleren alleen een staf moesten meenemen en sandalen onderbinden. Dit ene woord zegt Petrus dat hij weer verder moet gaan met zijn werk als apostel!

We lezen dat Petrus het op dat moment nog niet doorhad:

Daarop zei de engel: ‘Sla je mantel om en volg mij.’ Petrus volgde de engel naar buiten, maar zonder te beseffen dat de dingen die de engel liet gebeuren werkelijk plaatsvonden; hij meende een visioen te zien.

Als God iets zegt, is het zaak om er achteraf goed over na te denken wat het betekent!

Het fresco van Raphael

Raphael - De bevrijding van Petrus. Vaticaans Museum

Rechts op het fresco zien we dat de engel Petrus uit de gevangenis leidt. Hij komt via een trapje naar ons toe, langs de slapende bewakers.

Links is iets te zien wat niet in de Bijbel voorkomt. Een in slaap gevallen bewaker wordt gesommeerd om naar de cel van Petrus te gaan, waar blijkbaar iets aan de hand is. Dat zal niet veel uithalen. Een andere bewaker rent er juist vandaan. Als de dood voor de engel en het hemelse licht.

Een Psalm voor David?

Van wie is Psalm 55? Zeg niet te snel: ‘Van David natuurlijk, dat staat boven de Psalm’. 

Het Hebreeuwse voorzetsel dat met “van” is vertaald heeft meerdere betekenissen. Bijvoorbeeld ook “voor“. Voor de koorleider is een veel voorkomend opschrift. In de grondtekst staat daar hetzelfde voorzetsel.

Eerst de psalm maar eens lezen.

 

Psalm 55

Een onderwijzing van David, voor de koorleider, bij snarenspel.

O God, neem mijn gebed ter ore,
verberg U niet voor mijn smeken,
Ik zwerf rond in mijn klagen en kreun,
vanwege het schreeuwen van de vijand,
vanwege de goddeloze die angst aanjaagt.

Want zij storten onrecht over mij uit,
in toorn haten zij mij.
Mijn hart beeft in mijn binnenste,
dodelijke schrik heeft mij overvallen.
Vrees en beven komen over mij,
huiver bedekt mij.

Daarom zeg ik: Och, gaf iemand mij vleugels als van een duif!
Ik zou wegvliegen naar waar ik blijven kon.
Zie, ik zou ver wegzwerven,
ik zou overnachten in de woestijn. Sela
Ik zou mij haasten zodat ik zou ontkomen
aan de rukwind, aan de storm.

Verslind hen, Heere, verwar hun taal,
want ik zie geweld en onenigheid in de stad.
Die omringen haar op haar muren, dag en nacht;
onrecht en onheil zijn binnen in haar.
Enkel verderf is binnen in haar;
list en bedrog wijken niet van haar plein.

Immers, het is geen vijand die mij hoont,
anders zou ik het verdragen hebben;
het is niet mijn hater die zich tegen mij verheft,
anders zou ik mij voor hem verborgen hebben.

Maar u bent het, o sterveling, als mijn gelijke,
mijn leidsman en mijn bekende.
Wij die zeer aangenaam en vertrouwelijk met elkaar omgingen,
wij wandelden in gezelschap van velen naar Gods huis!
Laat de dood hen als een schuldeiser overvallen,
laat hen levend in het graf neerdalen;
want kwaad heerst in hun woning, in hun binnenste.

Ik echter, ik zal tot God roepen
en de HEERE zal mij verlossen.
’s Avonds, en ’s morgens, en ’s middags
zal ik klagen en kermen,
en Hij zal mijn stem horen.

Hij heeft mijn ziel in vrede verlost
van de strijd tegen mij,
want met velen waren zij tegen mij.

God zal horen en hen vernederen
– Hij, Die van oudsher troont – Sela
omdat bij hen geen enkele verandering is
en zij God niet vrezen.

Hij slaat zijn handen aan wie vrede met hem had,
hij ontheiligt zijn verbond.
Zijn mond is gladder dan boter,
maar zijn hart wil strijd;
zijn woorden zijn zachter dan olie,
maar het zijn getrokken zwaarden.

Werp uw zorg op de HEERE,
en Híj zal u onderhouden;
Hij zal voor eeuwig niet toelaten
dat de rechtvaardige wankelt.

Maar U, o God, U zult de mannen van bloed en bedrog
doen neerdalen in de put van het verderf;
zij zullen nog niet de helft van hun dagen bereiken.
Ik echter vertrouw op U.

(HSV)

Wetenschappelijk artikel

De Duitse theologe Ulrike Bail heeft een artikel geschreven: Psalm 55 and violence against women, waarin ze betoogt dat deze psalm heel goed past bij een vrouw die is verkracht.
    • De verwarrende, wisselende, gevoelens en gedachten
      • van hopeloosheid (mijn hart beeft, dodelijke schrik…);
      • van weg willen zijn (vleugels als een duif’…);
      • van wraak (verslind hen, verwar hun taal…).
    • Het feit dat de dader, wat meestal het geval is, iemand is uit de naaste omgeving. (Wij die zeer aangenaam en vertrouwelijk met elkaar omgingen).
    • Overeenkomsten van vers 10-12 (want ik zie geweld en onenigheid in de stad … list en bedrog wijken niet van haar plein.) met het verhaal van de gruweldaad in Gibea in Richteren 19, waar een vrouw zodanig wordt verkracht dat ze er aan overlijdt.
De theologe gaat in dit wetenschappelijk artikel niet zo ver dat ze beweert dat de schrijfster inderdaad een misbruikte vrouw is. Alleen dat het goed mogelijk is. Helemaal waagt ze zich niet aan speculatie over een bepaalde vrouw. Toch moet ze vast wel aan iemand hebben gedacht!

Een voor de hand liggende vrouw

Iemand ligt namelijk erg voor de hand. Er is een vrouw in de Bijbel, die is verkracht, die ook nog eens uit de kring van David kwam: zijn dochter Tamar. In 2 Samuel 13 staat beschreven hoe haar halfbroer, kroonprins Amnon, zich aan haar vergreep. Haar volle broer Absalom zorgde er toen voor dat ze geen rechtszaak kon beginnen. Dit gaf hem de mogelijkheid om Amnon uit eerwraak te doden, zodat hijzelf de kroonprins kon worden. Een vrouw als speelbal van “mannen van bloed en bedrog”. De zin “zij zullen nog niet de helft van hun dagen bereiken” past helemaal. In het vervolg van het verhaal in 2 Samuel kunnen we lezen dat de mannen die Tamar hebben verkracht en beknot beiden jong aan hun eind zijn gekomen.
Och, gaf iemand mij vleugels als van een duif! Palmtortel in Israel

Hint van de samenstellers?

Het lijkt erop dat de Levieten of priesters die het boek Psalmen definitief hebben samengesteld sommige psalmen een symbolisch nummer hebben gegeven. Bijvoorbeeld de grootste, meest gestructureerde, psalm is 119. Dat is 7x17. Het getal van de volmaaktheid vermenigvuldigd met een getal dat de Naam van God aanduidt. (toelichting)

De numerieke waarde van de naam Tamar in het Hebreeuws is 55! De cijferwaarde van de letters T M R is 22 + 13 + 20 = 55. Dit aantal is ook terug te vinden in het verhaal van Tamar in 2 Samuel 13. Zowel de passage waarin Tamar de verkrachting probeert te voorkomen (2 Samuel 13:11-14), als de passage van de nasleep (2 Samuel 13:20-22) bestaan uit 55 woorden. Zie General Introduction to Logotechnical Analysis van Casper Labuschange.

Zo kunnen de samenstellers hebben gehint dat ook zij ervan overtuigd waren dat Psalm 55 over Tamar gaat.

Een psalm van een vrouw?

Het idee dat een psalm door een vrouw is geschreven, kan even wennen zijn. Toch is het niet vreemd. We hebben ook het Lied van Debora.

Hör’ mein Bitten

Het bekendste koorwerk van Felix Mendelssohn is Hör’ mein Bitteneen bewerking van Psalm 55:2-8, voor koor en sopraan solo! Hoe zou de componist  daarop gekomen zijn? Vermoedde hij ook een vrouwelijke dichter?

Bij de eerste uitvoering, op 8 januari 1845 in Londen, werd de orgelbegeleiding verzorgd door Ann Mounsey, één van de eerste vrouwelijke organisten in Engeland. Dat zal wel toeval geweest zijn, maar ook helemaal passend!

Jonge vrouw met schrijfstift en was tablet. Fresco uit Pompeï.

Voor wie geschreven?

Op zich kan het al therapeutisch zijn om een traumatische ervaring van je af te schrijven. Maar dit is een gebed, gericht tot God! Hij kan handelen en heeft dat ook gedaan.

Toch kan hier niet alles mee zijn gezegd. Het feit dat deze psalm in het boek Psalmen staat, bewijst dat hij verder is gekomen dan het kamertje van Tamar. Voor wie was hij vooral van belang? Voor David! Hij moest ook weten hoe zijn dochter zich voelde en hoe zij zich tot God richtte in haar leed.

Zo kan het zijn dat hij toch van David in het Psalmboek is gekomen. Maar, als bovenstaand idee wat betreft de schrijfster klopt, moeten we in dit geval inderdaad vertalen: Voor David!

Drie Jakobs

In de Bijbel zijn soms wonderlijke verbanden te vinden. Zijn ze toeval, bewuste literaire verwijzingen door de schrijver(s), of bewijs dat de Bijbel is geïnspireerd door de Heilige Geest?

Dat mag je zelf uitmaken.

Dit is er één van.

Aartsvader Jakob

De vete tussen aartsvader Jakob en zijn broer Ezau is bekend. De ruzie liep zover op dat Ezau besloot om Jakob te doden (Genesis 27:41).  Daarop vluchtte Jakob en bleef twintig jaar weg. Toen hij weer terugkwam was hij nog steeds bang. Dat leek helemaal terecht, want zijn broer kwam hem tegemoet met een legertje van 400 man (Genesis 32:6). Toch, toen ze elkaar ontmoetten was Ezau vergevend en Jakob goedgezind (Genesis 33:4-10). Hoe die omslag was gekomen staat niet in de Bijbel.

Jan van den Hoecke (1611–1651) - Jacob en Ezau verzoend. Groeningemuseum Brugge

Jakob de zoon van Zebedeüs

In het Nieuwe Testament komen we al snel een andere Jakob tegen, één van Jezus’ eerste discipelen. Deze naam is hier vergriekst tot ‘Jakobus’. Samen met zijn broer Jochanan (Johannes) (Mattheus 4:21) en Simeon (Petrus) hoorde hij tot de meest intieme leerlingen van Jezus.

In Handelingen 12 lezen we dat Jakobus door koning Herodes gedood werd met het zwaard. Deze Herodes Agrippa I was een nakomeling van Ezau! Liep de vete dan door tot in het Nieuwe Testament en had Ezau dan toch uiteindelijk Jakob gedood?!

Jakobus de broer van Johannes. Rembrandt

Jakob de Rechtvaardige

Wie Handelingen 12 verder leest, moet op het eind wel met zijn ogen knipperen. Nadat Petrus door een wonder uit de gevangenis weet te ontsnappen, zegt hij: ‘Vertel dit aan Jakobus en de broeders’ (Handelingen 12:17). Die was toch net gedood?!

Zonder dat het vermeld wordt, gaat het hier over een andere Jakob. Alsof er direct een opvolger klaarstaat om de Jakob van het Nieuwe Testament te zijn. Het is Jakobus, de broer van de Heere Jezus (Galaten 1:19), ook Jakobus de Rechtvaardige genoemd. Inderdaad, deze Jakob was één van de steunpilaren (Galaten 2:9) van de gemeente. Bij de apostelvergadering in Handelingen 15 had zijn mening het meeste gezag. Een aartsvader van de gemeente van Christus!

Jacobus de Rechtvaardige - Peter Paul Rubens

De namen van de Messias en de Menora

Jesaja 9:5 (HSV):

Want een Kind is ons geboren,
een Zoon is ons gegeven,
en de heerschappij rust
op Zijn schouder.
En men noemt Zijn Naam
Wonderlijk, Raadsman,
Sterke God,
Eeuwige Vader,
Vredevorst.

In het Hebreeuws staan hier zeven woorden voor de namen van het geboren kind: Pèlè, Jo’eetz, El, Gibbor, Avi’ad, Sar, Shaloom. Het is niet zo duidelijk welke woorden een zelfstandig naamwoord zijn en welke een bijbehorend bijvoeglijk naamoord (attribuut). Zo vertaalt de HSV twee namen: “Wonderlijk, Raadsman” en de NBV21 één naam: “Wonderbare raadsman”.

We hebben dus zeven woorden. De menora, de kandelaar die in de tempel stond, had zeven armen. Wat gebeurt er als je kaarsen met deze zeven woorden op de menora zet in de Hebreeuwse volgorde?

Psalm 119 – De goddelijkheid van Jezus

Heeft Jezus ook Psalm 119 gebruikt? Jazeker! Toen Hij zei: “De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen zeker niet voorbijgaan” (Mattheüs 24:35, Markus 13:31, Lukas 21:33), heeft Hij geduid op vers 89:

Voor eeuwig, HEERE, staat Uw woord vast in de hemel

en de parallelle tekst:

Het gras verdort, de bloem valt af, maar het Woord van onze God bestaat voor eeuwig (Jesaja 40:8).

Door deze uitspraak zegt Jezus dus niets minder dan dat hij de HEERE zelf is! Degene die Jesaja heeft geïnspireerd en Degene tot wie Psalm 119 is gericht.

Op de sites van Got Questions, Bijbelwoord en Logos Instituut staan nog veel meer argumenten die zijn in te brengen, als moslims, Jehova’s getuigen of anderen beweren dat Jezus nooit gezegd zou hebben dat hij God is.

Christus Pantocrator (Heerser over alles) in de Kathedraal van Cefalù, Sicilie

Dit is één van een serie artikelen over Psalm 119. Voor het  overzicht, kijk hier: Psalm 119 – Saaie psalm?

Adventspsalm 119

Welke taal heeft de engel gesproken die tot Jozef zei: “U zult Hem de naam Jezus geven, want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden” (Mattheüs 1:21)? Dat kan alleen Hebreeuws zijn geweest! Dat is de enige taal waarin “zalig maken” dezelfde woordstam heeft als Jezus (Yeshua). Die naam betekent: zaligheid, verlossing, redding, heil.

Een woord met dezelfde stam en betekenis en gelijkend in klank komt ook voor in Psalm 119. “Yeshua”, in de HSV vertaald met “heil”. Hier zijn alle plaatsen:

Laat Uw blijken van goedertierenheid over mij komen, HEERE,
Uw heil overeenkomstig Uw belofte.  (41)

Mijn ziel is bezweken van verlangen naar Uw heil,
op Uw woord heb ik gehoopt. (81)

Mijn ogen zijn bezweken van verlangen naar Uw heil
en naar de belofte van Uw rechtvaardigheid. (123)

Het heil is ver van de goddelozen,
want zij zoeken Uw verordeningen niet. (155)

Psalm 119 vers 166 – Synagoge van Enschede

Ik hoop op Uw heil, HEERE,
en doe Uw geboden. (166)

HEERE, ik verlang naar Uw heil;
Uw wet is mijn bron van blijdschap. (174)

Het valt op dat de meeste van deze teksten spreken van een hevig verlangen naar Gods heil. Waarschijnlijk zonder het zelf te beseffen, heeft de dichter vrijwel letterlijk zijn verlangen geuit naar de belichaming van Gods heil, Yeshua, Jezus! Elke keer als er staat “Uw heil”, mogen we ook lezen: “Uw Jezus”.

Verrassend genoeg is de “saaie” Psalm 119 hierdoor een prachtige adventspsalm!

Sankt Jakob - Rothenburg ob der Tauber

Dit artikel is het laatste in een serie over Psalm 119. Een overzicht van alle artikelen staat in het eerste Psalm 119 – Saaie psalm?

Het verloren schaap

De gelijkenis van het verloren schaap

Mattheüs 18:12-15Wat denkt u: als iemand honderd schapen heeft, en één daarvan afgedwaald is, zal hij niet de negenennegentig andere achterlaten en in de bergen het afgedwaalde gaan zoeken? En als het gebeurt dat hij het vindt, voorwaar, Ik zeg u dat hij zich daarover meer verblijdt dan over de negenennegentig die niet afgedwaald waren. Zo is het ook niet de wil van uw Vader, Die in de hemelen is, dat één van deze kleinen verloren gaat.

Verwijzing

Vaak hebben gelijkenissen van Jezus een link naar het Oude Testament. Is dat hier ook zo? Bij het onderwerp “schaap” kunnen we denken aan Psalm 23. Alleen was dat schaap niet verdwaald. Of aan Ezechiël 34, maar daar zijn er véél schapen die dwalen. Nee, één afgedwaald schaap vinden we in de laatste regel van Psalm 119 (vers 176):  

Ik heb gedwaald als een verloren schaap; zoek Uw dienaar, want Uw geboden heb ik niet vergeten.

Deze verwijzing staat  in veel bijbeluitgaven. Ook bij de parallelle tekst in Lukas.

Vervolg

Het is leuk dat Psalm 119 dan een vervolg heeft. Als je hem hebt gelezen, kun je je afvragen hoe het de dichter is vergaan. Hij hield zo vast aan Gods geboden en bleef toch steeds in onzekerheid bidden: ‘Maak mij levend’, ‘Zoek uw dienaar’?

Doordat Jezus heeft aangehaakt aan dit gedeelte, weten we dat het helemaal goed moet zijn gekomen! Dan heeft God hem zeker gevonden en is blij geweest over Zijn teruggevonden schaap.

Psalm 119 – De Verkondiging van de Vorm

In Psalm 119 staat in bijna elke zin een synoniem voor “woord van God”. Er zijn acht van deze trefwoorden. Elk heeft zijn eigen betekenis. Hier een overzicht.

HebreeuwsHSVNBV21Uitgebreide betekenis
ThoraWetWetOnderricht. Wat God ons leert hoe we leven moeten.
MitzwaGebodGebodWat God aangeeft dat je wel of niet moet doen.
ImrahBelofteBelofteUitspraak of machtswoord van God voor ons.
EdoethGetuigenisRichtlijnWat mensen van God hebben ervaren en opgeschreven. Ook de tafels met de tien geboden.
DabarWoordWoordWat God heeft gesproken
PiqoedBevelRegelOpdracht of aanwijzing van God, zoals van een opzichter of officier.
ChoeqVerordeningWetManier die God aangeeft om iets te doen, procedure.
MishpatOordeelVoorschriftRechtsregel, uitspraak van God als rechter.

Overigens komen deze nuances in betekenis in déze psalm in hun context niet zo naar voren. Ze worden vooral gebruikt als synoniemen.

Onregelmatig en toch kloppend

Elke strofe heeft acht regels en er zijn acht trefwoorden. Dan verwacht je natuurlijk dat alle trefwoorden in elke strofe voor zullen komen, maar dat is niet zo. Er zijn strofen waar maar 7 trefwoorden in voorkomen, in andere 9. Vaak komt hetzelfde trefwoord meerdere keren voor in dezelfde strofe en ontbreken andere. Het totaal klopt wel: in de hele psalm staan 176 trefwoorden. Net zoveel als het aantal regels!

Er zijn vier strofen waarin wel alle acht van deze trefwoorden voorkomen. Vier is de helft van acht. Dat is vast niet toevallig.

Vrouwelijke en mannelijke paren

Het is nog mooier. In de tabel zijn de eerste vier Hebreeuwse woorden vrouwelijk en de volgende vier mannelijk. Je kunt paren vormen, twee vrouwelijke en twee mannelijke, die elk samen 44 keer voorkomen. In totaal 176 dus.

Thora (wet) – Imrah (belofte)
Edoeth (getuigenis) – Mitswa (gebod)
Dabar (woord) – Choeq (verordening)
Mishpat (oordeel) – Piqoed (bevel)

Uw regelmaat

Meestal komen de trefwoorden voor in de 2de persoon enkelvoud. “Uw woord“, Uw wet, Uw bevelen, etc. Dat geeft ook een regelmaat, een soort rijm. In het Hebreeuws “Devarecha, thoratecha, piqoedecha. Er zijn wel uitzonderingen. Behalve de zinnen waarin geen enkel trefwoord voorkomt, staan ze in andere niet in de 2de persoon enkelvoud.

Van de vier strofen waarin alle acht trefwoorden voorkomen, is er maar één die ook hierin helemaal regelmatig is. De tiende (jod) strofe. Dat verwijst vast naar de tien geboden! 

Psalm 119: 73-80

Uw handen hebben mij gemaakt en bereid;
geef mij inzicht, zodat ik Uw geboden leer.

Wie U vrezen, zien mij en verblijden zich,
omdat ik op Uw woord gehoopt heb.
Ik weet, HEERE, dat Uw oordelen rechtvaardig zijn
en dat U mij in Uw trouw verdrukt hebt.
Laat toch Uw goedertierenheid er zijn om mij te troosten,
overeenkomstig Uw belofte aan Uw dienaar.
Laat Uw barmhartigheid over mij komen,
dan zal ik leven, want Uw wet is mijn bron van blijdschap.
Laten de hoogmoedigen beschaamd worden, die mij neerdrukten
met leugen, maar ík overdenk Uw bevelen.
Laten zich tot mij keren wie U vrezen
en wie Uw getuigenissen kennen.
Laat mijn hart oprecht zijn in Uw verordeningen,
dan zal ik niet beschaamd worden.

De verschillende synoniemen voor "woord" zijn als kaarsjes van verschillende kleur, die op een uitgekiende manier zijn opgesteld.

De boodschap van de vorm

Zit er een boodschap in de vorm van Psalm 119? Het lijkt er wel op!

    1. Dat de strofes acht regels hebben en dat er acht synoniemen van Gods woord gebruikt worden, zegt: ‘Gods woord is voor eeuwig‘.  Uitgewerkt in dit artikel. 
    2. Dat het totaal aantal synoniemen precies evenveel is als het aantal regels, zegt: ‘Gods woord is volmaakt‘. Dat staat ook in de psalm die aan de basis ligt van Psalm 119: Psalm 19:8: De wet van de HEERE is volmaakt.
    3. Dat alleen de tiende strofe helemaal regelmatig is, zegt het nog nauwkeuriger: ‘Alleen Gods wet is hier volmaakt‘.
    4. Dat voor de rest die synoniemen onregelmatig over de verzen zijn verdeeld, zegt: ‘Het lukt mij niet om die volmaakte wet te houden‘. Deze psalm heeft immers als thema ‘Gods woord en ik’. Wij maken er een rommeltje van. Bij sommige zinnen krijg je de indruk dat de dichter denkt dat hij wel vroom is. Wie op de wanordelijke verdeling van de trefwoorden let, weet beter. Dan is de laatste regel geen verrassing. Vers 176: Ik heb gedwaald als een verloren schaap…

Voor dit artikel heb ik, naast eigen onderzoek en interpretatie, uitgebreid gebruikgemaakt van het boek Psalm 119, The Exaltation of Torah van David Noel FreedmanOp de laatste bladzijde van dit boek staat: ‘The data presented here open new avenues of investigation of Psalm 119‘.  De focus op de bijzondere vorm van de tiende strofe en de betekenis daarvan is misschien mijn bescheiden bijdrage hierin.

Commentaar is welkom.