Gods Geheime Krijgsplan

Gideon en zijn bende

Het verhaal van Gideon vinden we in Richteren 6, 7 en 8.

Wat de Schrift bedoelt, is hier voor ons, meer dan 3000 jaar en 3000 kilometer verwijderd van deze actie, niet altijd zo helder. Door in te leven in de tekst en de situatie denk ik het duidelijk te kunnen maken.

De situatie

De Israëlieten leven in een agrarische samenleving. Ze hebben een los stamverband, zonder centrale leiding.  De buren, de Midianieten, leven nomadisch. Zij hebben wel koningen die het volk dirigeren. Op een moment bedenken die dat het veel handiger is om jaarlijks de Israëlieten van hun oogst te beroven, dan om met hun eigen kudden de schaarse vruchtbare plekken van de woestijnen af te grazen. Ze kunnen dit makkelijk doen, want ze zijn flink in de meerderheid. Zeker als andere nomadische volken zich bij hen aansluiten om mee te profiteren.

Het verlossingsplan

De God van Israël krijgt medelijden met Zijn verarmde volk, nadat ze tot Hem om hulp zijn gaan roepen. Hij heeft een plan, waarmee ze zich, ondanks hun numerieke minderheid, van de onderdrukkers kunnen ontdoen. Cruciaal voor dit plan is, dat het niet uitlekt naar de vijand. Daarom mogen ook de Israëlieten zelf het niet weten.

Leider

Om te beginnen moet er een leider komen. God kiest Gideon uit. Een gewone man uit een gewone stam, helemaal niet van adel of zo. Ook Gideon krijgt het krijgsplan niet te horen. Wat hij wél krijgt, zijn een heel aantal tekenen, waardoor hij toch het vertrouwen moet krijgen dat het met deze God wel goed gaat komen. Een oefening in geloof, zogezegd. 

Mobilisatie

Gideon weet eerst zijn eigen clan, de Abiëzrieten, bij elkaar te roepen. De rest van de stam Manasse krijgt er dan ook zin in. Vervolgens komen er strijdbare mannen uit nog drie naburige stammen. Bij elkaar 32000 man. Gideon zal blij zijn, maar nog lang niet tevreden. Het vijandelijke leger is meer dan vier keer zo groot! Zo gaat het heel spannend worden!

Demobilisatie?

God gaat Gideon weer aanwijzingen geven. Zal Hij aanraden om nog andere stammen op te roepen? Nee, “je hebt al te veel manschappen!” zegt God. “Straks ga je nog denken dat jouw machtige leger de Midianieten heeft verlagen.” Iedereen die bang is mag vertrekken. Dat blijken er heel veel te zijn. Ze hebben zeker ook door dat dit leger veel te klein is om de tegenstander te verslaan. Meer dan tweederde maakt zich uit de voeten. Ze worden naar Gilead gestuurd. Dat is helemaal naar de overkant van de Jordaan, waar de vijanden straks naartoe zullen vluchten. Nu zijn deze mannen bang, maar vermoeide strijders opvangen voordat ze zich kunnen hergroeperen, daar zijn ze prima voor geschikt. Alleen weten ze nu nog niet dat deze taak ze wacht.

Slurpen

Met maar tienduizend man de strijd aangaan tegen meer dan honderdduizend? Dat lijkt waanzin! Alleen zegt God dat het er nog  te veel zijn. Hij komt met een interessante selectieprocedure. Bij de bron Harod, “Ein Charod” op z’n Hebreeuws. 

Hier een opname van de bron.

Het water van de bron loopt uit in een meertje. Daar laat Gideon zijn mannen drinken.

Wat gebeurt er? De mannen zijn moe en dorstig. De meesten laten zich op hun buik vallen en beginnen het water op te slurpen. Slechts 300 blijven alert en brengen het met hun hand naar hun mond.

Een vriendelijke gids demonstreert het hier.

Onvoorzichtig
Alert

In de bende of naar huis

God zet tegen Gideon dat hij het moet doen met de 300  om de Midianieten  te verslaan. Deze leden van deze Gideonsbende zijn dus dapper, maar niet roekeloos.

De onvoorzichtige rest mag naar huis. In de buurt, dus makkelijk oproepbaar om vluchtende vijanden achterna te zitten. Daar hoef je niet voorzichtig voor te zijn! Alleen weten ook die nu nog niet dat deze taak ze wacht.

De 300 man stellen zich ’s nachts op rondom het vijandelijke kamp. Met fakkels en een hoop lawaai veroorzaken ze algehele paniek. Uniformen waren nog niet uitgevonden, zodat iedereen in ieder ander een vijand ziet. Na een aantal onderlinge gevechten slaat het hele kamp op de vlucht.

Greet constateert vanaf de heuvel More dat er inderdaad geen Midianieten zijn overgebleven in het dal

De afwikkeling

Nu wikkelt het plan zich af, zoals God het heeft bedoeld.

Behalve dan dat Gideon het nodig vindt om nog een andere grote stam erin te betrekken (7:24), wat direct onenigheid oplevert (8:1). En dat hij steden die hem niet willen helpen wreed straft (8:16,17). En dat hij zijn zoontje weerloze krijgsgevangenen wil laten doden (8:20). En dat hij een afgodsding maakt (8:27), als aandenken van de overwinning. En dat hij zich geen koning wil laten noemen (8:23), maar zich wel als koning gaat gedragen, inclusief een flinke harem (8:30). Wat na zijn dood ook weer een hoop narigheid oplevert (9:1-57).

Alleen het plan van God was volmaakt!

Norá – Ontzagwekkend!

Ontdekking in de structuur van Psalm 76

Psalmen zijn nooit spontaan opgeschreven. Er is altijd over nagedacht. De woorden zijn speciaal uitgekozen, zodat ze in het Hebreeuws goed klinken. Soms ook uitgeteld, zodat bijvoorbeeld de Naam van God zeven keer voorkomt in een psalm. Of dat een kernwoord precies in het midden staat.

Onlangs kwam ik dit weer tegen toen ik in Psalm 76 dook. Ik deed dit vanwege de zin “Daar brak Hij de vurige pijlen van de boog, het schild, het zwaard en de strijd.” (Vers 4, HSV). Dat hopen we en daar bidden we om. “Raketten, tanks, geweren en de oorlog” zou je nu zeggen.

Als kernwoord van deze psalm komt in aanmerking het Hebreeuwse woord Norá (נורָא). In de HSV in vers 8 vertaald met “ontzagwekkend” en in vers 13 met “Die gevreesd is”. Dit woord omsluit dus het tweede gedeelte van de psalm. Ook wordt er op verschillende manieren de aandacht naartoe geleid.

  • Door woorden met verwante betekenis, met dezelfde stam. Yar’á (יָֽרְאָ֣ה) vreesde” in vers 9 en morá (מֹּורָֽא) Hem Die te vrezen is” in vers 12.
  • Door klankverwante woorden. Nodá’ (נֹודָ֣ע)bekend”, het eerste woord van de psalm, en door Na’oor (נָ֭אֹור)schitterend” in vers 5.

Ik ging eens woorden tellen. Vers 1, de titel, niet meegerekend. Inderdaad, norá is het middelste woord! Vers 8: Attá norá átta (אַתָּ֤ה׀ נֹ֥ורָא אַ֗תָּה) “U, ontzagwekkend bent U!Norá is zelfs aan beide kanten geflankeerd door hetzelfde woord “attá”. Echt het kernwoord dus!

Waar komt norá nog meer voor in de Bijbel? De eerste keer in de geschiedenis van Jacob bij Bethel. Na zijn wonderlijke droom zei hij: (Genesis 28:17) “Hoe ontzagwekkend is deze plaats! Dit is niets anders dan het huis van God en de poort van de hemel”. De tweede keer in het Lied van Mozes, nadat de Egyptische paarden en strijdwagens door de zee waren bedolven. (Exodus 15:11) “Wie is als U, verheerlijkt in heiligheid, ontzagwekkend in lofzangen, U Die wonderen doet?

Het vers voorafgaande aan Psalm 76:8 verwijst naar beide gebeurtenissen! Psalm 76:7:

Door Uw bestraffing, o God van Jakob, vielen strijdwagen en paard in een diepe slaap.”

Het kan best dat er nog meer bijzondere verwijzingen en structuur in deze psalm te vinden zijn. Voor mij was dit voorlopig wel genoeg. Het illustreert weer hoe goed er door de psalmisten is nagedacht over de keuze en plaatsing van de psalmwoorden. De boodschap is hier: “God is ontzagwekkend!”

Wat heeft dat ons te zeggen?

Pasen op de foto

Dit krijg je als je tijdens een groepsreis naar Israël in de Graftuin een foto maakt en de camera beweegt, omdat je er niet aan denkt dat de sluitertijd vanwege het donker enkele seconden lang duurt.

Het lege graf

Ongewild geeft het een mooie indruk van de dynamiek tijdens paasmorgen, toen Jezus opstond en er een engel neerdaalde in blinkend licht.

Ook dat het lege graf straalt en hoop geeft voor ons, sterfelijke mensen.

Alleen het hekje moeten we maar even wegdenken…

Jezus het Paaslam

Zie het Lam van God, Dat de zonde van de wereld wegneemt!”. Dat heeft Johannes de Doper gezegd. Blijkt het nog ergens anders uit dat Jezus het Lam van God is? Zeker! Het is Hem vergaan als alle paaslammeren.

Uit het veld van Efrata

Die paaslammeren werden vier dagen voor ze geslacht werden in huis genomen. In Jezus’ tijd brachten de herders ze dan eerst naar de voorhof van de tempel, waar de gezinshoofden ze konden kopen. Die lammeren kwamen vanuit de velden van Efrata bij Bethlehem, waar ze graasden en ook waren geboren. Dezelfde plaats als Jezus! In het evangelie lezen we dat de Heere Jezus op dezelfde dag Zijn intocht deed in Jeruzalem. Dat vieren wij op Palmzondag.

Vier

Vier dagen was er tijd om een paaslam te keuren. Dat het niet “enig gebrek” zou hebben. Jezus was dagelijks in de tempel en werd daar agressief benaderd door Farizeeën, Herodianen en Sadduceeën om Hem op een woord te vangen. Al hun strikvragen wist Hij op glorieuze wijze te beantwoorden. Vier vragen, lezen we in Mattheus en Marcus. Annas en Kajafas veroordeelden Hem om dat Hij zei wie Hij was, niet vanwege hun beschuldigingen. Pilatus en Herodus konden helemaal geen kwaad in Hem vinden. Dat waren dus vier personen.

Bloed aan de paal

Wonderlijk: op het moment dat de paaslammeren werden geslacht, werd Jezus gekruisigd. Zijn bloed droop op het hout van het kruis. Zo moest het bloed van de lammeren gestreken worden aan het hout van de deurposten en de bovendorpel. Verticaal en horizontaal.

Geen been gebroken

Zoals het gebod was voor de paaslammeren, is er ook bij Jezus geen been gebroken.

Het laastste paaslam

Doordat het Jezus is vergaan als een paaslam, heeft God laten zien dat Hij het Ware Paaslam is, dat de zonde van de wereld wegneemt. Hij was ook het laatste paaslam. God had geboden dat het paaslam niet thuis geslacht moest worden, maar op de plaats die God zou uitkiezen. Eerst was dat de tabernakel, later de tempel. Die tempel is 40 jaar na de kruisiging verwoest. God heeft Israël 40 jaar de tijd gegeven om zich als volk te bekeren. Dat is toen niet gebeurd. Sindsdien kunnen daar geen lammeren meer worden geslacht.

Bronnen:

De feesten van Israël Evert van der Poll