Jezus en de Belasting

“Making-of en Follow-up”

Deze pagina is een toelichting op het artikel Geef de keizer wat van de keizer is

Hoe ben ik op deze uitleg gekomen?

De strekking van dit gedeelte over de belastingpenning had ik eerst begrepen als “betaal je belasting aan de staat, en je collecte in de kerk en iedereen is gelukkig”. Zo leggen velen het uit.

Ergens rond 1990 had ik een artikel gelezen over het belang van impliciete verwijzingen naar het Oude Testament in de Evangeliën. Toen ik kort daarop uit Matteüs over de belastingpenning las, vroeg ik me dus af of hier ook een verwijzing in kon zitten. “Het beeld van God”, bedacht ik, dat staat in Genesis 1!

En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen.

Wij zijn naar Gods beeld geschapen. Dus Jezus bedoelt dat wij onszelf aan God moeten geven! Dit was voor mij een compleet nieuwe uitleg. Het kwam op me af en ik vond het prachtig! Tegelijk dacht ik dat ik een originele ontdekking had gedaan. Dat idee sneuvelde snel, toen ik in het zondagsschoolboekje van mijn dochtertje hetzelfde las.

De Delftse predikant Rens Kopmels, die onlangs is overleden, heeft ook een goede tekst hierover geschreven.

Steeds meer mensen worden zich bewust van de juiste betekenis van dit Bijbelgedeelte. In deze meditatie uit 2020 wordt gezegd dat het “een geweldige vondst van paus Franciscus” zou zijn. Misschien heeft de paus ook het zondagsschoolboekje gelezen 🙂

Het idee over de tefillin

Ruim 10 jaar later moest ik voor een Bijbelkring een inleiding houden over dit gedeelte. Dat deed ik graag vanwege mijn eerdere ervaring. Pas toen ik het gedeelte hiervoor nauwkeurig las, viel me op dat Jezus niet alleen had verwezen naar het “beeld van God“, maar ook het “opschrift van God“. Wat zou Hij daarmee bedoelen? Ook een verwijzing? Eerst erom bidden. Dan van God het antwoord verwachten. Zoekend in een concordantie naar “schrijven” kwam ik op deze tekst:

Deuteronomium 6:6-9 Deze woorden, die ik u heden gebied, moeten in uw hart zijn. U moet ze uw kinderen inprenten en erover spreken, als u in uw huis zit en als u over de weg gaat, als u neerligt en als u opstaat. U moet ze als een teken op uw hand binden en ze moeten als een voorhoofdsband tussen uw ogen zijn. U moet ze op de deurposten van uw huis en op uw poorten schrijven.

Orthodoxe Joden nemen dit letterlijk. Het “teken op hun hand” en “voorhoofdsband tussen hun ogen” voeren ze uit met hun Tefillin, gebedsriemen. Zou het kunnen dat dit in Jezus’ tijd ook al gebruikelijk was? Er bleek een boekje “Tefillin From Qumran” te bestaan van de beroemde Israëlische archeoloog Yigael Yadin. Inderdaad bestonden ze in de tijd van Jezus! De bibliotheek van de Faculteit Archeologie van de Universiteit Leiden bleek een exemplaar van het boekje te bezitten. Daarnaartoe en kopieën gemaakt van de interessantste bladzijden.

Was ik echt de enige die hierop was gekomen? Als het over Bijbeluitleg gaat, ben je nooit de eerste en enige die een bepaald idee heeft. Was het niet van een Christelijke theoloog, dan wel een Joodse uitlegger. Alleen in dit geval scheelde het niet veel! Door flink op het internet te zoeken, kwam ik tenslotte op een artikel van de Amerikaanse Theoloog David T. Ball.

What Jesus Really Meant by “Render Unto Caesar” (It’s not about taxes). De opmerking over tefillin staat bij voetnoot 3.

David Ball gemaild. Hij vond het leuk dat er iemand op zijn artikel reageerde en vertelde dat hij ook een meer uitgebreid artikel had geplaatst in het theologisch tijdschrift Novum Testamentum. Hij wilde dit graag naar me opsturen. Hierin stonden nog meer interessante dingen. Dat gaf aanleiding tot een aanvullend verhaal op mijn website: De promotie van Jezus.

Voor het moment ben ik heel blij dat ik deze mooie uitleg op het web kan zetten, zodat meer mensen er kennis van kunnen nemen dan enkele kringen in mijn omgeving.

Kees Visser