Een Psalm voor David?

Van wie is Psalm 55? Zeg niet te snel: ‘Van David natuurlijk, dat staat boven de Psalm’. 

Het Hebreeuwse voorzetsel dat met “van” is vertaald heeft meerdere betekenissen. Bijvoorbeeld ook “voor“. Voor de koorleider is een veel voorkomend opschrift. In de grondtekst staat daar hetzelfde voorzetsel.

Eerst de psalm maar eens lezen.

 

Psalm 55

Een onderwijzing van David, voor de koorleider, bij snarenspel.

O God, neem mijn gebed ter ore,
verberg U niet voor mijn smeken,
Ik zwerf rond in mijn klagen en kreun,
vanwege het schreeuwen van de vijand,
vanwege de goddeloze die angst aanjaagt.

Want zij storten onrecht over mij uit,
in toorn haten zij mij.
Mijn hart beeft in mijn binnenste,
dodelijke schrik heeft mij overvallen.
Vrees en beven komen over mij,
huiver bedekt mij.

Daarom zeg ik: Och, gaf iemand mij vleugels als van een duif!
Ik zou wegvliegen naar waar ik blijven kon.
Zie, ik zou ver wegzwerven,
ik zou overnachten in de woestijn. Sela
Ik zou mij haasten zodat ik zou ontkomen
aan de rukwind, aan de storm.

Verslind hen, Heere, verwar hun taal,
want ik zie geweld en onenigheid in de stad.
Die omringen haar op haar muren, dag en nacht;
onrecht en onheil zijn binnen in haar.
Enkel verderf is binnen in haar;
list en bedrog wijken niet van haar plein.

Immers, het is geen vijand die mij hoont,
anders zou ik het verdragen hebben;
het is niet mijn hater die zich tegen mij verheft,
anders zou ik mij voor hem verborgen hebben.

Maar u bent het, o sterveling, als mijn gelijke,
mijn leidsman en mijn bekende.
Wij die zeer aangenaam en vertrouwelijk met elkaar omgingen,
wij wandelden in gezelschap van velen naar Gods huis!
Laat de dood hen als een schuldeiser overvallen,
laat hen levend in het graf neerdalen;
want kwaad heerst in hun woning, in hun binnenste.

Ik echter, ik zal tot God roepen
en de HEERE zal mij verlossen.
’s Avonds, en ’s morgens, en ’s middags
zal ik klagen en kermen,
en Hij zal mijn stem horen.

Hij heeft mijn ziel in vrede verlost
van de strijd tegen mij,
want met velen waren zij tegen mij.

God zal horen en hen vernederen
– Hij, Die van oudsher troont – Sela
omdat bij hen geen enkele verandering is
en zij God niet vrezen.

Hij slaat zijn handen aan wie vrede met hem had,
hij ontheiligt zijn verbond.
Zijn mond is gladder dan boter,
maar zijn hart wil strijd;
zijn woorden zijn zachter dan olie,
maar het zijn getrokken zwaarden.

Werp uw zorg op de HEERE,
en Híj zal u onderhouden;
Hij zal voor eeuwig niet toelaten
dat de rechtvaardige wankelt.

Maar U, o God, U zult de mannen van bloed en bedrog
doen neerdalen in de put van het verderf;
zij zullen nog niet de helft van hun dagen bereiken.
Ik echter vertrouw op U.

(HSV)

Wetenschappelijk artikel

De Duitse theologe Ulrike Bail heeft een artikel geschreven: Psalm 55 and violence against women, waarin ze betoogt dat deze psalm heel goed past bij een vrouw die is verkracht.
    • De verwarrende, wisselende, gevoelens en gedachten
      • van hopeloosheid (mijn hart beeft, dodelijke schrik…);
      • van weg willen zijn (vleugels als een duif’…);
      • van wraak (verslind hen, verwar hun taal…).
    • Het feit dat de dader, wat meestal het geval is, iemand is uit de naaste omgeving. (Wij die zeer aangenaam en vertrouwelijk met elkaar omgingen).
    • Overeenkomsten van vers 10-12 (want ik zie geweld en onenigheid in de stad … list en bedrog wijken niet van haar plein.) met het verhaal van de gruweldaad in Gibea in Richteren 19, waar een vrouw zodanig wordt verkracht dat ze er aan overlijdt.
De theologe gaat in dit wetenschappelijk artikel niet zo ver dat ze beweert dat de schrijfster inderdaad een misbruikte vrouw is. Alleen dat het goed mogelijk is. Helemaal waagt ze zich niet aan speculatie over een bepaalde vrouw. Toch moet ze vast wel aan iemand hebben gedacht!

Een voor de hand liggende vrouw

Iemand ligt namelijk erg voor de hand. Er is een vrouw in de Bijbel, die is verkracht, die ook nog eens uit de kring van David kwam: zijn dochter Tamar. In 2 Samuel 13 staat beschreven hoe haar halfbroer, kroonprins Amnon, zich aan haar vergreep. Haar volle broer Absalom zorgde er toen voor dat ze geen rechtszaak kon beginnen. Dit gaf hem de mogelijkheid om Amnon uit eerwraak te doden, zodat hijzelf de kroonprins kon worden. Een vrouw als speelbal van “mannen van bloed en bedrog”. De zin “zij zullen nog niet de helft van hun dagen bereiken” past helemaal. In het vervolg van het verhaal in 2 Samuel kunnen we lezen dat de mannen die Tamar hebben verkracht en beknot beiden jong aan hun eind zijn gekomen.
Och, gaf iemand mij vleugels als van een duif! Palmtortel in Israel

Hint van de samenstellers?

Het lijkt erop dat de Levieten of priesters die het boek Psalmen definitief hebben samengesteld sommige psalmen een symbolisch nummer hebben gegeven. Bijvoorbeeld de grootste, meest gestructureerde, psalm is 119. Dat is 7x17. Het getal van de volmaaktheid vermenigvuldigd met een getal dat de Naam van God aanduidt. (toelichting)

De numerieke waarde van de naam Tamar in het Hebreeuws is 55! De cijferwaarde van de letters T M R is 22 + 13 + 20 = 55. Dit aantal is ook terug te vinden in het verhaal van Tamar in 2 Samuel 13. Zowel de passage waarin Tamar de verkrachting probeert te voorkomen (2 Samuel 13:11-14), als de passage van de nasleep (2 Samuel 13:20-22) bestaan uit 55 woorden. Zie General Introduction to Logotechnical Analysis van Casper Labuschange.

Zo kunnen de samenstellers hebben gehint dat ook zij ervan overtuigd waren dat Psalm 55 over Tamar gaat.

Een psalm van een vrouw?

Het idee dat een psalm door een vrouw is geschreven, kan even wennen zijn. Toch is het niet vreemd. We hebben ook het Lied van Debora.

Hör’ mein Bitten

Het bekendste koorwerk van Felix Mendelssohn is Hör’ mein Bitteneen bewerking van Psalm 55:2-8, voor koor en sopraan solo! Hoe zou de componist  daarop gekomen zijn? Vermoedde hij ook een vrouwelijke dichter?

Bij de eerste uitvoering, op 8 januari 1845 in Londen, werd de orgelbegeleiding verzorgd door Ann Mounsey, één van de eerste vrouwelijke organisten in Engeland. Dat zal wel toeval geweest zijn, maar ook helemaal passend!

Jonge vrouw met schrijfstift en was tablet. Fresco uit Pompeï.

Voor wie geschreven?

Op zich kan het al therapeutisch zijn om een traumatische ervaring van je af te schrijven. Maar dit is een gebed, gericht tot God! Hij kan handelen en heeft dat ook gedaan.

Toch kan hier niet alles mee zijn gezegd. Het feit dat deze psalm in het boek Psalmen staat, bewijst dat hij verder is gekomen dan het kamertje van Tamar. Voor wie was hij vooral van belang? Voor David! Hij moest ook weten hoe zijn dochter zich voelde en hoe zij zich tot God richtte in haar leed.

Zo kan het zijn dat hij toch van David in het Psalmboek is gekomen. Maar, als bovenstaand idee wat betreft de schrijfster klopt, moeten we in dit geval inderdaad vertalen: Voor David!

Jozef in de Babylonische Ballingschap

Psalm 126

Een pelgrimslied

Toen de HEERE de gevangenen van Sion terug deed keren,
waren wij als dromers.

Toen werd onze mond vervuld met lachen
en onze tong met gejuich.
Toen zei men onder de volken:
De HEERE heeft grote dingen bij hen gedaan!
De HEERE heeft grote dingen bij ons gedaan,
daarom zijn wij verblijd.

HEERE, breng een omkeer in onze gevangenschap,
zoals waterstromen in het zuiden.

Wie met tranen zaaien,
zullen met gejuich maaien.
Wie het te zaaien zaad draagt,
gaat al wenend zijn weg;
maar hij zal zeker terugkomen met gejuich,
en zijn schoven dragen!

Vertaling: HSV het een paar kleine “verbeteringen”

Babylonische ballingschap

Deze psalm is te plaatsen na de terugkeer uit de Babylonische ballingschap. In de boeken Haggaï, Ezra en Nehemia kunnen we lezen over de blijdschap van de bevrijding, maar ook over de problemen die er nog waren. Zoals misoogsten (Haggaï 2:16-20) en tegenstand (Ezra 4, Nehemia 4 en 6).

Spelfout?

In de Hebreeuwse grondtekst loop je direct tegen iets vreemds aan. Namelijk het woord voor “gevangenen”, anderen vertalen “lot”. Dat woord lijkt verkeerd gespeld שיבת, shivath, in plaats van שבית, shevith. Daar komen we zo op terug. 

Dromers

De zin “wij waren als dromers” vatten wij meestal op als dat ze het amper konden geloven. Echter in de Bijbel zijn dromen altijd voorspellingen die uitkomen. Dus betekent deze zin eerder dat ze zichzelf zagen als de vervulling van een profetie. Hét grote voorbeeld van zo’n dromer is Jozef. Hij wordt zelfs de “meesterdromer” genoemd (Genesis 37:19).

Schoven

Over de inhoud van deze psalm valt veel te zeggen, maar we gaan direct door naar de laatste regel: “Hij zal zeker terugkomen met gejuich, en zijn schoven dragen!” Dit woord voor “schoven”, עלומה, alumah, komt verder maar op één plaats in de Bijbel voor. Dat is ook in het verhaal van Jozef (Genesis 37:7)!  Als hij droomt dat de schoven van zijn broers buigen voor die van hem.

Spelfout!

Gaan we zoeken op het vreemde woord שיבת ,shivath, uit de eerste regel, dan blijkt dat verder ook maar één keer voor te komen. Dat wil zeggen, een woord dat je hetzelfde schrijft, maar anders uitspreekt: sevath, “grijs haar“.  Het staat in de rede die Juda houdt tegen Jozef om te voorkomen dat zijn broer Benjamin als slaaf in Egypte blijft.

Genesis 44:31: Dan zal het gebeuren dat hij (Jakob) zal sterven als hij ziet dat de jongen (Benjamin) er niet bij is. Dan zullen uw dienaren het grijze haar van uw dienaar, onze vader, met verdriet in het graf doen neerdalen.

De derde verwijzing naar het verhaal van Jozef. Dat kan geen toeval zijn! Het woord is dus bewust verkeerd gespeld voor dit doel.  

De woorden voor “grijs haar” en “schoven” markeren in omgekeerde volgorde het verhaal van Jozef. Met de droom over de schoven kwam er vervreemding tussen Jozef en zijn broers en na het “grijze haar” kon Jozef zich niet meer inhouden en kwam er verzoening.  

Jozef in de Babylonische Ballingschap

Het verhaal van Jozef moet voor de ballingen in Babel een belangrijk voorbeeld zijn geweest. Een aansporing om niet te zwichten voor de verleidingen van de nieuwe omgeving, maar ook om vertrouwend op God het beste voor die nieuwe omgeving te zoeken. Ook een bron van hoop dat God het allemaal ten goede zou gebruiken. Hoe dat uitgewerkt heeft, kunnen we lezen in het boek Daniël. Daniël en zijn vrienden werden nieuwe “Jozefs”.

Vincent van Gogh - Korenveld met maaier

Het boek “A new Psalm” van Benjamin J. Segal is voor dit artikel heel belangrijk geweest.

Psalm 119 – De goddelijkheid van Jezus

Heeft Jezus ook Psalm 119 gebruikt? Jazeker! Toen Hij zei: “De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen zeker niet voorbijgaan” (Mattheüs 24:35, Markus 13:31, Lukas 21:33), heeft Hij geduid op vers 89:

Voor eeuwig, HEERE, staat Uw woord vast in de hemel

en de parallelle tekst:

Het gras verdort, de bloem valt af, maar het Woord van onze God bestaat voor eeuwig (Jesaja 40:8).

Door deze uitspraak zegt Jezus dus niets minder dan dat hij de HEERE zelf is! Degene die Jesaja heeft geïnspireerd en Degene tot wie Psalm 119 is gericht.

Op de sites van Got Questions, Bijbelwoord en Logos Instituut staan nog veel meer argumenten die zijn in te brengen, als moslims, Jehova’s getuigen of anderen beweren dat Jezus nooit gezegd zou hebben dat hij God is.

Christus Pantocrator (Heerser over alles) in de Kathedraal van Cefalù, Sicilie

Dit is één van een serie artikelen over Psalm 119. Voor het  overzicht, kijk hier: Psalm 119 – Saaie psalm?

Adventspsalm 119

Welke taal heeft de engel gesproken die tot Jozef zei: “U zult Hem de naam Jezus geven, want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden” (Mattheüs 1:21)? Dat kan alleen Hebreeuws zijn geweest! Dat is de enige taal waarin “zalig maken” dezelfde woordstam heeft als Jezus (Yeshua). Die naam betekent: zaligheid, verlossing, redding, heil.

Een woord met dezelfde stam en betekenis en gelijkend in klank komt ook voor in Psalm 119. “Yeshua”, in de HSV vertaald met “heil”. Hier zijn alle plaatsen:

Laat Uw blijken van goedertierenheid over mij komen, HEERE,
Uw heil overeenkomstig Uw belofte.  (41)

Mijn ziel is bezweken van verlangen naar Uw heil,
op Uw woord heb ik gehoopt. (81)

Mijn ogen zijn bezweken van verlangen naar Uw heil
en naar de belofte van Uw rechtvaardigheid. (123)

Het heil is ver van de goddelozen,
want zij zoeken Uw verordeningen niet. (155)

Psalm 119 vers 166 – Synagoge van Enschede

Ik hoop op Uw heil, HEERE,
en doe Uw geboden. (166)

HEERE, ik verlang naar Uw heil;
Uw wet is mijn bron van blijdschap. (174)

Het valt op dat de meeste van deze teksten spreken van een hevig verlangen naar Gods heil. Waarschijnlijk zonder het zelf te beseffen, heeft de dichter vrijwel letterlijk zijn verlangen geuit naar de belichaming van Gods heil, Yeshua, Jezus! Elke keer als er staat “Uw heil”, mogen we ook lezen: “Uw Jezus”.

Verrassend genoeg is de “saaie” Psalm 119 hierdoor een prachtige adventspsalm!

Sankt Jakob - Rothenburg ob der Tauber

Dit artikel is het laatste in een serie over Psalm 119. Een overzicht van alle artikelen staat in het eerste Psalm 119 – Saaie psalm?

Het verloren schaap

De gelijkenis van het verloren schaap

Mattheüs 18:12-15Wat denkt u: als iemand honderd schapen heeft, en één daarvan afgedwaald is, zal hij niet de negenennegentig andere achterlaten en in de bergen het afgedwaalde gaan zoeken? En als het gebeurt dat hij het vindt, voorwaar, Ik zeg u dat hij zich daarover meer verblijdt dan over de negenennegentig die niet afgedwaald waren. Zo is het ook niet de wil van uw Vader, Die in de hemelen is, dat één van deze kleinen verloren gaat.

Verwijzing

Vaak hebben gelijkenissen van Jezus een link naar het Oude Testament. Is dat hier ook zo? Bij het onderwerp “schaap” kunnen we denken aan Psalm 23. Alleen was dat schaap niet verdwaald. Of aan Ezechiël 34, maar daar zijn er véél schapen die dwalen. Nee, één afgedwaald schaap vinden we in de laatste regel van Psalm 119 (vers 176):  

Ik heb gedwaald als een verloren schaap; zoek Uw dienaar, want Uw geboden heb ik niet vergeten.

Deze verwijzing staat  in veel bijbeluitgaven. Ook bij de parallelle tekst in Lukas.

Vervolg

Het is leuk dat Psalm 119 dan een vervolg heeft. Als je hem hebt gelezen, kun je je afvragen hoe het de dichter is vergaan. Hij hield zo vast aan Gods geboden en bleef toch steeds in onzekerheid bidden: ‘Maak mij levend’, ‘Zoek uw dienaar’?

Doordat Jezus heeft aangehaakt aan dit gedeelte, weten we dat het helemaal goed moet zijn gekomen! Dan heeft God hem zeker gevonden en is blij geweest over Zijn teruggevonden schaap.

Psalm 119 – De Verkondiging van de Vorm

In Psalm 119 staat in bijna elke zin een synoniem voor “woord van God”. Er zijn acht van deze trefwoorden. Elk heeft zijn eigen betekenis. Hier een overzicht.

HebreeuwsHSVNBV21Uitgebreide betekenis
ThoraWetWetOnderricht. Wat God ons leert hoe we leven moeten.
MitzwaGebodGebodWat God aangeeft dat je wel of niet moet doen.
ImrahBelofteBelofteUitspraak of machtswoord van God voor ons.
EdoethGetuigenisRichtlijnWat mensen van God hebben ervaren en opgeschreven. Ook de tafels met de tien geboden.
DabarWoordWoordWat God heeft gesproken
PiqoedBevelRegelOpdracht of aanwijzing van God, zoals van een opzichter of officier.
ChoeqVerordeningWetManier die God aangeeft om iets te doen, procedure.
MishpatOordeelVoorschriftRechtsregel, uitspraak van God als rechter.

Overigens komen deze nuances in betekenis in déze psalm in hun context niet zo naar voren. Ze worden vooral gebruikt als synoniemen.

Onregelmatig en toch kloppend

Elke strofe heeft acht regels en er zijn acht trefwoorden. Dan verwacht je natuurlijk dat alle trefwoorden in elke strofe voor zullen komen, maar dat is niet zo. Er zijn strofen waar maar 7 trefwoorden in voorkomen, in andere 9. Vaak komt hetzelfde trefwoord meerdere keren voor in dezelfde strofe en ontbreken andere. Het totaal klopt wel: in de hele psalm staan 176 trefwoorden. Net zoveel als het aantal regels!

Er zijn vier strofen waarin wel alle acht van deze trefwoorden voorkomen. Vier is de helft van acht. Dat is vast niet toevallig.

Vrouwelijke en mannelijke paren

Het is nog mooier. In de tabel zijn de eerste vier Hebreeuwse woorden vrouwelijk en de volgende vier mannelijk. Je kunt paren vormen, twee vrouwelijke en twee mannelijke, die elk samen 44 keer voorkomen. In totaal 176 dus.

Thora (wet) – Imrah (belofte)
Edoeth (getuigenis) – Mitswa (gebod)
Dabar (woord) – Choeq (verordening)
Mishpat (oordeel) – Piqoed (bevel)

Uw regelmaat

Meestal komen de trefwoorden voor in de 2de persoon enkelvoud. “Uw woord“, Uw wet, Uw bevelen, etc. Dat geeft ook een regelmaat, een soort rijm. In het Hebreeuws “Devarecha, thoratecha, piqoedecha. Er zijn wel uitzonderingen. Behalve de zinnen waarin geen enkel trefwoord voorkomt, staan ze in andere niet in de 2de persoon enkelvoud.

Van de vier strofen waarin alle acht trefwoorden voorkomen, is er maar één die ook hierin helemaal regelmatig is. De tiende (jod) strofe. Dat verwijst vast naar de tien geboden! 

Psalm 119: 73-80

Uw handen hebben mij gemaakt en bereid;
geef mij inzicht, zodat ik Uw geboden leer.

Wie U vrezen, zien mij en verblijden zich,
omdat ik op Uw woord gehoopt heb.
Ik weet, HEERE, dat Uw oordelen rechtvaardig zijn
en dat U mij in Uw trouw verdrukt hebt.
Laat toch Uw goedertierenheid er zijn om mij te troosten,
overeenkomstig Uw belofte aan Uw dienaar.
Laat Uw barmhartigheid over mij komen,
dan zal ik leven, want Uw wet is mijn bron van blijdschap.
Laten de hoogmoedigen beschaamd worden, die mij neerdrukten
met leugen, maar ík overdenk Uw bevelen.
Laten zich tot mij keren wie U vrezen
en wie Uw getuigenissen kennen.
Laat mijn hart oprecht zijn in Uw verordeningen,
dan zal ik niet beschaamd worden.

De verschillende synoniemen voor "woord" zijn als kaarsjes van verschillende kleur, die op een uitgekiende manier zijn opgesteld.

De boodschap van de vorm

Zit er een boodschap in de vorm van Psalm 119? Het lijkt er wel op!

    1. Dat de strofes acht regels hebben en dat er acht synoniemen van Gods woord gebruikt worden, zegt: ‘Gods woord is voor eeuwig‘.  Uitgewerkt in dit artikel. 
    2. Dat het totaal aantal synoniemen precies evenveel is als het aantal regels, zegt: ‘Gods woord is volmaakt‘. Dat staat ook in de psalm die aan de basis ligt van Psalm 119: Psalm 19:8: De wet van de HEERE is volmaakt.
    3. Dat alleen de tiende strofe helemaal regelmatig is, zegt het nog nauwkeuriger: ‘Alleen Gods wet is hier volmaakt‘.
    4. Dat voor de rest die synoniemen onregelmatig over de verzen zijn verdeeld, zegt: ‘Het lukt mij niet om die volmaakte wet te houden‘. Deze psalm heeft immers als thema ‘Gods woord en ik’. Wij maken er een rommeltje van. Bij sommige zinnen krijg je de indruk dat de dichter denkt dat hij wel vroom is. Wie op de wanordelijke verdeling van de trefwoorden let, weet beter. Dan is de laatste regel geen verrassing. Vers 176: Ik heb gedwaald als een verloren schaap…

Voor dit artikel heb ik, naast eigen onderzoek en interpretatie, uitgebreid gebruikgemaakt van het boek Psalm 119, The Exaltation of Torah van David Noel FreedmanOp de laatste bladzijde van dit boek staat: ‘The data presented here open new avenues of investigation of Psalm 119‘.  De focus op de bijzondere vorm van de tiende strofe en de betekenis daarvan is misschien mijn bescheiden bijdrage hierin.

Commentaar is welkom.

Psalm 119 – Mijn ziel kleeft aan het stof

Psalm 119:25 Mijn ziel kleeft aan het stof;
maak mij levend overeenkomstig Uw woord.

Mijn ziel kleeft aan het stof“. Dat kan verschillende dingen betekenen. In de Psalmen kun je dan het beste die verschillende betekenissen allemaal meenemen.

Als eerste duidt het op onze sterfelijkheid. “Stof bent u en u zult tot stof terugkeren” (Genesis 3). Dan is het gebed “Maak mij levend” niet anders dan een gebed om opstanding uit de doden. Meer nog, omdat er staat “overeenkomstig Uw Woord“, is het een beamen van een belofte van God, dat dat zal gebeuren! Zoals wij de belofte kennen uit Johannes 3:16. “Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.”

Ten tweede betekent “Mijn ziel kleeft aan het stof” dat we nog o zo vast zitten aan de stoffelijke dingen, in plaats van aan de eeuwige, die we niet zien. Dan houdt het gebed in dat God ons losmaakt van die aardse zaken. Hij doet dat ook. Als er weer eens een vlek zit op nieuwe kleren, of een kras op een nieuwe auto, dan zeg ik (met een knipoog): “Dat is de schuld van onze vaders! Want die hebben in ons bijzijn elke dag gebeden:

Doch geef, dat onze ziele niet
 aan dit vergank’lijk leven kleev’;

Maar alles doe, wat Gij gebiedt,
en eind’lijk eeuwig bij u leev’!”

Amen

Het stof van de voormalige luxe badkamer van Herodes de Grote in Massada, Israël

Psalm 119 – Eén van de acht

Hoe zou het boek Psalmen zijn samengesteld? Willekeurig? Op volgorde van binnenkomst, zoals de bundel Opwekking?

De alfabetpsalmen geven daar een blik op. Dat zijn de psalmen waarbij de regels achtereenvolgens beginnen met de letters van het Hebreeuwse alfabet. Er zijn er acht en ze komen nog in paren ook! In een vorig artikel heb ik laten zien dat het aantal acht staat voor “eeuwig”. Eeuwig geldig dus.

Cola

Alle psalmen zijn een aantal regels lang. Die regels bestaan elk uit een aantal korte zinnetjes die elkaar aanvullen. Taalkundigen noemen die zinnetjes “cola”. Vast omdat ze voor hun even belangrijk zijn als het gelijknamige drankje voor de jeugd. Een regel heeft één, meestal twee, maar soms meer van die zinnetjes. 

De Vreze des Heeren

Psalm 111 en 112 horen bij elkaar. Beide zijn een ABC van de Vreze des Heeren. Ze verschillen erin dat Psalm 111 gaat over De Heere. Waarom Hij te vrezen is en dat Psalm 112 gaat over Iemand die de Heere vreest. Wat dat uitwerkt. Beide psalmen zijn even lang. Steeds regels van één zinnetje per letter van het Hebreeuwse alfabet.

Gebed en verhoring

Psalm 25 en 34 zijn ook broertje en zusje. Psalm 25 zou je Het ABC van het gebed kunnen noemen en Psalm 34 Het ABC van de verhoring. Ook deze psalmen zijn even lang. Steeds twee zinnetjes per Hebreeuwse letter. Ze hebben ook allebei een afwijking. Er ontbreekt één letter (de waw), maar aan het eind is er een regel toegevoegd buiten het ABC. Die regel gaat over verlossing. Psalm 25:22 O God, verlos Israël uit al zijn benauwdheden.
Psalm 34:23 De HEERE verlost de ziel van Zijn dienaren; allen die tot Hem de toevlucht nemen, worden niet schuldig verklaard.

Goddelozen

Dan de psalmen 9/10 en 37. Beide alfabetpsalmen hebben standaard vier zinnetjes per Hebreeuwse letter. In beide psalmen zijn de goddelozen prominent aanwezig.

In Psalm 37 vergaat het die goddelozen slecht. Het thema van 37 kun je samenvatten als De Heere zorgt dat de rechtvaardigen de toekomst hebben en dat de goddelozen vergaan.

In Psalm 9 en 10 is het nog niet zo ver. Die zijn een verhaal apart. Samen vormen ze een alfabetpsalm, maar er zijn zoveel afwijkingen dat de HSV de Hebreeuwse letters er niet eens bij heeft gezet. Psalm 9 begint netjes volgens het Hebreeuwse alfabet, maar op een moment verdwijnt de regelmaat, dan gaan er letters door elkaar en tenslotte ontbreken er enkele. We zitten dan al in Psalm 10. Deze psalm eindigt correct met de vier laatste letters. Dit alles weerspiegelt de inhoud! Lees maar. Het begint als een lofpsalm, maar op een moment komt er grote ellende, veroorzaakt door de goddelozen. Terwijl in Psalm 37 het woord “rechtvaardigen” steeds terugkomt, gaat het hier over “ellendigen”, die door de goddelozen worden verdrukt. Aan het eind gaat God optreden en komt het weer goed. De Heere verlost de ellendigen van de goddelozen, maar de goddelozen doen nog veel kwaad is een redelijke samenvatting.

Ook de breuk van het alfabet in twee psalmen stemt overeen met de gebrokenheid van de inhoud. 

Gods Woord en Gods Lof

Nu komt Psalm 119, de Grote Alfabetpsalm. Het ABC van Gods woord en ik. Steeds acht regels die beginnen met dezelfde letter en die meestal uit twee zinnetjes bestaan. Samen dus zestien zinnetjes per letter.

Dan hebben we nog Psalm 145. Het ABC van Gods lof. De meeste alfabetpsalmen hebben dus een even lang “broertje of zusje”, maar nóg zo’n grote alfabetpsalm als 119 was vast te veel van het goede. Psalm 145 heeft twee zinnetjes per letter, veel kleiner dan 119.

Evenwicht

Psalm 145 is dus geen “geschikte partner” voor 119, maar zorgt wel voor evenwicht. Alle zeven alfabetpsalmen naast 119 hebben nu namelijk bij elkaar precies evenveel (16) zinnetjes per letter van het Hebreeuwse alfabet als Psalm 119! 

Twee sixteen-packs cola dus.

Daarnaast zijn ook het totaal aantal regels, zinnetjes en lettergrepen van de zeven psalmen vrijwel gelijk aan die van 119.

Volgorde

De volgorde van de besproken paren is zeker niet toevallig. De verhoring (34) komt na het gebed (25), de overwinning (37) komt na de moeite (9,10) en de uitwerking (112) komt na de oorzaak (111). Ook loopt de omgang met God en Zijn woord (119) uit op lof aan God (145).

Zorg

Uit dit alles blijkt dat de psalmen in het boek Psalmen met veel zorg zijn uitgekozen en geplaatst!

Veel oude kerken hebben ergens een achthoekig rozet in het plafond. Hier de Kathedraal van Metz

Voor dit artikel heb ik, naast eigen onderzoek en interpretatie, uitgebreid gebruikgemaakt van het boek Psalm 119, The Exaltation of Torah van David Noel Freedman

Acht staat voor Eeuwig – Psalm `119 en meer

Acht regels, acht trefwoorden

Psalm 119 bestaat uit verzen van steeds acht regels die beginnen met dezelfde letter van het Hebreeuwse alfabet. Ook zijn er acht trefwoorden, synoniemen van “Gods Woord”, die steeds terugkomen. Daarover meer in een volgend artikel.

Waarom acht?

Eeuwig

Acht is zeven plus één. Zeven staat voor “volmaakt”. Denk aan de kandelaar met zeven armen. Ook zijn er zeven scheppingsdagen. Daardoor hebben we de weekcyclus. Met acht wordt de cirkel van zeven weer opgepakt bij het begin. Daarom staat acht voor eeuwigheid, zonder eind.

Door het gebruik van het aantal acht drukt de psalm dus uit dat Gods Woord voor eeuwig is. Dat staat ook in de psalm zelf. Precies bij het begin van de tweede helft, een soort tussentitel. Dat is vers 89:

Voor eeuwig, HEERE, staat Uw woord vast in de hemel.

Deze boodschap zit ook nog op een andere manier in de psalm verborgen. De term “voor eeuwig” komt precies tien keer voor! Een verwijzing naar de tien geboden.

Terug naar het begin

Het teruggaan naar het begin bij acht vinden we ook geïllustreerd in de tweede strofe (vers 9-16). De eerste en de achtste, laatste, regel gaan daar over “Uw woord“.

Psalm 119:9 Waarmee houdt een jongeman zijn pad zuiver? Als hij dat bewaart overeenkomstig Uw woord.
Psalm 119:16 Ik verblijd mij in Uw verordeningen, Uw woord vergeet ik niet.

Mogelijk is dit niet direct in de eerste strofe gedaan, omdat die een inleiding is op de hele psalm en omdat hij moest verwijzen naar Psalm 1.

Ons symbool voor oneindig is een liggende acht

Waar wordt het aantal acht op dezelfde manier gebruikt?

Acht Zaligsprekingen

De acht zaligsprekingen op de deur van de Domkerk van Oslo

Er zijn ook acht Zaligsprekingen van Jezus. (De “negende” is de nadere toepassing van de achtste op Jezus’ volgelingen).

Het is opvallend dat bij de eerste en achtste zaligspreking dezelfde belofte staat.

Mattheüs 5:3 Zalig zijn de armen van geest, want van hen is het Koninkrijk der hemelen.
Mattheüs 5:10 Zalig zijn zij die vervolgd worden om de gerechtigheid, want van hen is het Koninkrijk der hemelen.

Dus de achtste zaligspreking gaat ook weer terug naar het begin om zo de eeuwigheidswaarde van deze uitspraken te laten zien.

De achthoekige Kerk van de Zaligsprekingen aan het Meer van Galilea

Acht profeten

In de Joodse indeling bestaan de Profeten uit acht boeken:

Jozua, Richteren, Samuel, Koningen
Jesaja, Jeremia, Ezechiël en Twaalf Kleine Profeten

Wie de eerste vier geen profeten vindt, maar geschiedenisboeken, kan bedenken dat in al die boeken ook over profeten wordt geschreven en dat bovendien die geschiedenis is opgeschreven vanuit profetisch perspectief.

Om het zo te houden, zijn de boeken Daniel, Klaagliederen, Kronieken, etc. niet ingedeeld bij de Profeten, maar bij de Geschriften.

Acht alfabetpsalmen

In het boek Psalmen staan precies acht alfabetpsalmen (9/10, 25, 34, 37, 111, 112, 119 en 145). Daarover meer in een apart artikel.

Bij de afbeelding boven het artikel
Rotskoepel Jeruzalem
De Rotskoepel in Jeruzalem is gebouwd door moslims, maar is in feite een monument voor de tempel, die op dezelfde plek heeft gestaan en die mogelijk ooit weer terug zal komen. Het gebouw is achthoekig. Toen ik deze foto nam, stonden toevallig acht mannen op de trappen.

1 en 19 is 119

Welzalig Wandelen in de Wet

Welzalig”, “wandelen“, en “in de wet van de HEERE“. Daar beginnen zowel Psalm 1 als Psalm 119 mee. Dat kan geen toeval zijn!

Psalm 1:1 Welzalig de man die niet wandelt in de raad van de goddelozen.
…maar die zijn vreugde vindt in de wet van de HEERE

Psalm 119:1 Welzalig zijn de oprechten van wandel, die in de wet van de HEERE gaan.

Psalm 119 plaatst zich hiermee duidelijk in de lijn van de openingspsalm 1. Doen wat God van je wilt is het belangrijkste in het leven. Daar wordt je gelukkig van!

Woordsynoniemen

Een tweede Bijbelgedeelte waar Psalm 119 van afstamt, is Psalm 19. Immers in beide psalmen worden verschillende aspecten van Gods Woord in synoniemen na elkaar belicht. Dit zijn de enige Bijbelgedeelten waarin dat gebeurt.

Psalm 19:8-10

De wet van de HEERE is volmaakt,
zij bekeert de ziel;
de getuigenis van de HEERE is betrouwbaar,
zij geeft de eenvoudige wijsheid.
De bevelen van de HEERE zijn recht,
zij verblijden het hart;
het gebod van de HEERE is zuiver,
het verlicht de ogen.
De vreze des HEEREN is rein,
zij houdt voor eeuwig stand;
de bepalingen van de HEERE zijn waarachtig,
met elkaar zijn zij rechtvaardig.

De dichter van Psalm 119 moet gedacht hebben: Wat mooi! Dat ga ik ook doen, maar dan veel uitgebreider. 

De drie eerste synoniemen zijn dezelfde.

Psalm 119:1-4

Welzalig zijn de oprechten van wandel,
die in de wet van de HEERE gaan.
Welzalig wie Zijn getuigenissen in acht nemen,
die Hem met heel hun hart zoeken,
die ook geen onrecht bedrijven,
maar in Zijn wegen gaan.
HEERE, Ú hebt geboden
om Uw bevelen ten zeerste in acht te nemen.

Wat is Toeval?

De inhoud van Psalm 119 heeft dus duidelijke connecties naar psalmen 1 en 19. Als je 1 en 19 na elkaar schrijft, krijg je natuurlijk 119. Toeval? Misschien wel, maar het kan ook opzettelijk zijn. In het artikel Eén van de acht geef ik een ander voorbeeld waaruit blijkt dat deze en andere psalmen weloverwogen in het boek Psalmen zijn geplaatst.