De God van de Farao

In het boek Exodus lezen we hoe de HEERE zijn volk heeft bevrijd uit de macht van de farao, de despoot van Egypte. Wat voor beeld zou deze man hebben gehad van deze God? In de hoofdstukken 5 t/m 12 worden we daarbij meegenomen. Hiermee wordt voor ons, de lezers, ook duidelijk wie Hij is.

‘HEERE’ is de oude aanduiding van de ENE God. In dit artikel zullen we verder JHWH gebruiken, naar het Hebreeuwse woord

Behalve ‘HEERE’ wordt die naam ook uitgesproken als ‘de Heer’, ‘de Eeuwige’, of ‘de Ene’.

Hoe het begon

Wie is JHWH, naar Wiens stem ik zou moeten luisteren door Israël te laten gaan? Ik ken JHWH niet en ik zal Israël ook niet laten gaan.‘ 

Aldus de farao toen Mozes hem voor het eerst meedeelde dat JHWH wilde dat hij Zijn volk moest laten gaan.

Hoe het verder ging

Niet veel bijzonders

moet hij gedacht hebben na de eerste twee rampen (Ex. 7:8-8:15). Zijn magiërs hadden gedemonstreerd dat zij het ook konden. Weliswaar op veel kleinere schaal en ongetwijfeld door trucs, maar dat was wel een geruststelling.

Het werd anders na muggenplaag. ‘Dit is de vinger van God’, waarschuwden de magiërs (Ex 8:19). Hij luisterde niet naar ze. Maar inmiddels was het wel duidelijk. Die JHWH was een macht,

als één van de Egyptische goden.

Egyptische goden - Rijksmuseum voor Oudheden, Leiden

De rampen die volgden hadden meer dan één doel

    • De farao en Egyptenaren steeds meer onder druk zetten om de Israëlieten te laten gaan.
    • De farao net zo te behandelen als hij de Israëlieten had gedaan. Als een slaaf. (Mijn artikel daarover).
    • Om te laten zien dat de God van Israël veel meer is dan de Egyptische goden (Exodus 12:12). 
De zonnegod Ra beeldde men af als een mens met de kop van een valk en daarop de zonneschijf

De negende ramp, duisternis, lijkt voor ons alleen hinderlijk. Niet zo erg als de andere rampen. Voor de Egyptenaren was dat anders. De zonnegod Ra was de belangrijkste godheid van Egypte. De farao noemde zichzelf een zoon van Ra. Door het in Egypte drie dagen donker te maken, terwijl het licht bleef voor de Israëlieten, liet JHWV zien dat Hij hoger is dan de hoogste Egyptische god.

Zie ook mijn ludiek artikel De goden van Egypte en Mozes.

De conclusie van de farao zal dan ook ongetwijfeld geweest zijn:

Een god, die sterker is dan de Egyptische goden.

Als laatste kwam de grootste ramp. Alle eerste zonen, de opvolgers, stierven. 

Nu wilde hij alleen maar van dat volk en van die god verlost zijn. ‘Ga weg! en ‘Zegen ook mij!‘ (Ex. 12:31,32)

Sombere farao denkt na over wat hem is overkomen

Hoe het afliep

Op het moment dat hij toe had moeten geven, voelde hij zich daar te sterk, trots en vastberaden voor. Daardoor waren hem en zijn Egyptenaren erge rampen overkomen. Daardoor ook had het kunnen gebeuren dat de Israëlieten, in plaats van drie dagen in de woestijn te gaan bidden, helemaal waren ontsnapt. Vooral de laatste keer, toen hij na alles, toch zijn leger op hen afgestuurd had om ze bij de Rode Zee terug te halen. Hoe had hij het kunnen doen?!

Die god van Israël had de gedachten van hem, de machtige, goddelijke, farao zo beïnvloed dat hij een werktuig was geworden om het doel van die god te bereiken. Hij was een slaaf geworden onder zijn commando.

Dat lag ver buiten de macht van de goden die hij aanbad. Dan moest die god niet alleen maar sterker zijn, maar van een heel andere categorie dan zijn goden.

Een God, heel anders dan de goden!

Farao ziet het licht

Zou hij deze conclusie inderdaad getrokken hebben? Of toch niet?

In Exodus 7:5, helemaal aan het begin van de confrontatie, zegt God tegen Mozes: ‘Dan zullen de Egyptenaren weten dat Ik de JHWH ben, als Ik Mijn hand over Egypte uitstrek en de Israëlieten uit hun midden wegleid’.

De JHWH
de ENE
IK BEN DIE IK BEN
Die God, anders dan de goden.

Dus wel!

De Goden van Egypte en Mozes

In het oude Egypte werden duizenden goden vereerd. Ze hadden allemaal hun eigen taak.  Bijvoorbeeld de zon laten schijnen, oorlog voeren, kinderen laten krijgen of plezier maken. Er was wel verschil met de Griekse goden. Die bleven altijd hetzelfde doen, maar de Egyptische goden schakelden weleens over naar heel ander werk. Een “carrière-switch” heet dat.

Twee Egyptische goden die een beetje hetzelfde deden konden ook samensmelten tot één. Kwamen er dan minder goden? Nee, soms kwamen er van buiten ook weer nieuwe bij.

Wij geloven in één God. Eén God of meer goden, maakt dat wat uit? Daar heb ik een (minder ludiek) artikeltje over gemaakt.

In de Bijbel lezen we dat die Ene God zijn dienaar Mozes naar Egypte stuurde om zijn volk te bevrijden uit slavernij.

De Egyptenaren hadden al veel goden, maar God gaf ze er nog eentje bij! Mozes! (Exodus 7:1). Mozes ging met zijn broer Aäron aan de grote baas en slavenhouder, de farao, vragen om zijn volk vrij te laten.

Helaas wilde de farao van Egypte het volk niet laten gaan. Zelfs niet voor een paar dagen. Er waren een hele serie rampen nodig om hem op andere gedachten te brengen. Met die rampen gingen ook de Egyptische goden één voor één af. (Ik bedoel dat ze afgingen als een gieter, niet als een wekker).

Hoe? Dat zie je door op de goden te klikken.

(De redactie aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor het toewijzen van de verkeerde rampen aan bepaalde goden)

Hapi van de Nijl
Heqet van het gewas
Seth van het stof
Serket tegen insectenbeten
Apis en Chnoem van de beesten
Sechmet voor de gezondheid
Nut voor de neerslag
Isis voor de vruchtbaarheid
Ra van de zon
Horus van de opvolging
De afloop

De Ark van Mozes

Het verhaal in Exodus 2 gaat over een anonieme man met een anonieme vrouw. Hun namen zijn pas veel later bekend geworden. Slaven waren ze, geknecht door een ander volk. De vrouw werd zwanger. Hun eigenaar, de tirannieke Farao van Egypte, vond de aanwas van zijn slaven bedreigend. Daarom had hij bevolen dat alle jongetjes die geboren werden gedood moesten worden. Populatiebeheersing, zoals wij dat doen bij herten en zwijnen in natuurgebieden. Meisjes deden er voor hem niet toe. Bij de geboorte bleek het een jongetje te zijn!

De vrouw zag dat het goed was, staat er. Ze keek naar dit kind met een vreugde die gelijk was aan hoe God heeft gekeken naar zijn schepping. Alles om haar heen was niet goed door de slechtheid van de mensen, maar dit kind was goed. Daar moest God een bedoeling mee hebben! Dit kon niet geboren zijn om direct gedood te worden. Ze waagde het erop om het in leven te houden. Dan maar ongehoorzaam aan de overheid, met risico op zware straf. Ze verborg het drie maanden. Toen zal het wel te luidruchtig zijn geworden.

De Ark

Wat moest ze nu doen? Een toestand zo erg als deze was nog nooit voorgekomen. Haar moeder kon haar niet helpen. Haar grootmoeder, als die nog leefde ook niet. Het enige wat ze had voor raad waren de Woorden over God. De geschiedenis van hun voorouders, die een bijzondere band hadden met één heel bijzondere God. Over Jacob, Izaäk, Abraham, Noach. Doorverteld van moeder op dochter. Veel volksgenoten hoorden deze verhalen aan als sprookjes. Fantasie, bedacht om hun, die door de goden bestemd waren tot slaven, nog enige eigenwaarde te geven. Deze vrouw geloofde ze wel! Zij dacht: Ons hele volk wordt vernietigd door het water, net als bij de zondvloed. Toen kwam de tekst naar boven:

Maak voor uzelf een ark van goferhout. In vakken ingedeeld moet u deze ark maken en hem van binnen en van buiten met pek bestrijken. (Gen 6:14).

Dat moet ik doen! Een arkje maken!

Maar toen zij hem niet langer kon verbergen, nam zij voor hem een arkje van papyrus en bestreek het met asfalt en pek.

Dat die teksten zo op elkaar lijken, kan geen toeval zijn! Het woord dat meestal wordt vertaald met “mandje” of “kistje” wordt verder alleen gebruikt voor de ark van Noach. – Zij legde het kind daarin en zette het tussen het riet aan de oever van de Nijl. En nu afwachten. Zou het arkje wegdrijven als het water gaat stijgen, net als de ark van Noach? Of zou het in het riet blijven? Zelf durfde ze niet te kijken. Ook wilde ze niet ontdekt worden. Daarom had ze haar dochtertje in de buurt laten staan. “Kijk jij nu wat er verder gebeurt”.

De Redding

Uiteindelijk gebeurde er het beste wat kon gebeuren, alleen leek het daar in het begin helemaal niet op! Een dochter van de grote tiran en slavenbezitter kwam langs. Wonderlijk genoeg negeerde zij het bevel van haar vader. Haar medelijden werd namelijk opgewekt door het huilende baby’tje. Ze wilde het kindje zelf houden. Gelukkig stond ze boven de wet, zoals alle familie van despoten.

Toen deed Mirjam, de zus van de baby, een fantastische zet. Wat een bijdehante meid! Alleen meiden kunnen, denk ik, zo zijn. Als ze de oudere broer Aaron hadden ingezet, was er vast niets van Mozes terechtgekomen. “Zal ik voor u een voedster uit de Hebreeuwse vrouwen gaan roepen”?

Het was ondenkbaar dat een Egyptische vrouw een kind van slaven zou gaan zogen, dus het idee van een Hebreeuwse min was heel logisch. Het eindigde ermee dat de moeder nog geld kreeg ook voor het zogen van haar eigen kind! Dat is humor van God.

Geloof

Dus de combinatie van een gelovige moeder, die haar geloof in daden omzette, een prinses met medelijden en een bijdehand meisje hebben Mozes gered. Drie vrouwen. En dan te bedenken dat de Farao dacht dat het geen kwaad kon om de vrouwen te laten leven!

Uitsluitend door haar geloof is de slavenvrouw uit de anonimiteit gekomen en bekend geworden als Jochebed de moeder van Mozes, de belangrijkste man uit het Eerste Testament.

De Prinses

Wat was die moeder blij dat ze haar kind voorlopig terug had en dat hem een toekomst wachtte aan het koninklijke hof! De prinses was minstens even blij. Kinderloos als ze was, had ze zich elke maand gereinigd in de Nijl om zo van Hapy, de God van de Nijl, vruchtbaarheid af te smeken. Bij wie anders moest ze zijn, dan bij de godheid die het hele land vruchtbaar maakte?! Nu had hij haar een kind gegeven. Een kind van de Nijl, van Hapy zelf! O Hapy Day, zong ze luid. Uiteraard de Egyptische versie van dit lied.

Lawrence Alma Tadema - The Finding of Moses

Met dank aan Lukas de Groote voor enkele ideeën die in dit verhaal verwerkt zijn.