Het Eerste Gebod

En een van de schriftgeleerden, die hen hoorde redetwisten en wist dat Hij hun goed geantwoord had, kwam naar Hem toe en vroeg Hem: Wat is het eerste van alle geboden? En Jezus antwoordde hem: Het eerste van alle geboden is: Luister, Israël! De Heere, onze God, de Heere is één. En u zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht. Dit is het eerste gebod. En het tweede, hieraan gelijk, is dit: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. Er is geen ander gebod groter dan deze. En de schriftgeleerde zei tegen Hem: Juist, Meester, U hebt naar waarheid gezegd dat God één is, en er is geen ander dan Hij. En Hem lief te hebben met heel het hart en met heel het verstand en met heel de ziel en met heel de kracht, en de naaste lief te hebben als zichzelf, is meer dan alle brandoffers en slachtoffers. En toen Jezus zag dat hij verstandig geantwoord had, zei Hij tegen hem: U bent niet ver van het Koninkrijk van God. En niemand durfde Hem meer iets te vragen.

Ik heb er lang over gedaan voor ik doorhad wat hier nou bijzonder is in het antwoord van Jezus. Wij zijn het ook zo gewend in de kerk! “Dit is het eerste en het grote gebod en het tweede daaraan gelijk…”

De vraag over het eerste gebod was onder schriftgeleerden populair. Bedoeld werd natuurlijk niet het eerste in tijd, maar een samenvatting van de wet, als principe om vanuit te leven, waar de hele Thora uit zou volgen. Zoiets als dat de natuurkundigen vanaf Einstein tot nu proberen om alle natuurkrachten onder te brengen in één theorie.

Bekend was het verhaal over de rabbi’s Shammai en Hillel, die een generatie eerder hadden geleefd. Er was een heidense man die naar Shammai kwam en tegen hem zei: ‘Ik wil wel proseliet worden, maar alleen op voorwaarde dat je me de hele Thora leert terwijl ik op één voet sta”. Shammai joeg hem weg met een meetlatje, dat hij bij zich had. De man ging toen naar Hillel met hetzelfde voorstel. Die had geantwoord: “Wat gij niet wil dat u geschiedt, doe dat ook je naaste niet. Dat is de hele Thora. De rest is commentaar. Ga en leer dat te doen!”

Andere antwoorden waren Micha 6:8: “recht te doen, goedertierenheid lief te hebben en ootmoedig te wandelen met uw God”, of “Zoek mij en leef” uit Amos 5:4 of “De rechtvaardige zal uit zijn geloof leven”, Habakuk 2:4.

Opponent

Uit het feit dat deze wetgeleerde Jezus met deze vraag confronteert, blijkt dat hij Jezus als een volwaardige opponent zag. Niet de vijandige houding van de Farizeeën met de belastingvraag of de minachting van de Sadduceeën met de opstandingsvraag.

Het Eerste Gebod

Jezus’ antwoord met dé Joodse Geloofsbelijdenis uit Thora is verrassend elegant!

En Jezus antwoordde hem: Het eerste van alle geboden is: Luister, Israël! De Heere, onze God, de Heere is één. En u zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht (Deuteronomium 6:4,5). Dit is het eerste gebod.

Dit antwoord plaatst God bovenaan!

De woorden “uw verstand” staan niet in Deuteronomium. Waarom hier wel? In het Hebreeuws houdt “hart” ook het verstand in. Niet alleen gevoel. “Hij overlegde in zijn hart”. In het Nederlands is dat niet zo. Bij ons kan het zijn: “mijn hart zegt ja, maar mijn verstand zegt nee”. In het Grieks is het ook niet zo duidelijk. Daarom heeft Marcus de woorden van Jezus dynamisch equivalent vertaald en “verstand” erbij gezet. Anders dan de Satenvertaling!

Het Tweede Gebod

En het tweede, hieraan gelijk, is dit: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. Er is geen ander gebod groter dan deze.

Het tweede gebod? Daar had nog nooit iemand naar gevraagd! De schriftgeleerden hadden het steeds alleen gehad over een eerste gebod. “U zult uw naaste liefhebben als uzelf” is ook een veel minder opvallende tekst, bijna terloops genoemd in Leviticus 19:18. Jezus stelt hiermee dat je God liefhebt door je naaste lief te hebben. Dat is de verrassing in Jezus’ antwoord!

Door de liefde tot de naaste te noemen komt het dichtbij. Heb ik wel mijn naaste lief? In ieder geval hadden de voorgaande Farizeeën en Sadduceeën Jezus niet lief! Zij hadden geprobeerd om hem ten val te brengen.

Uit de reactie van deze wetgeleerde blijkt dat hij Jezus nu nog meer respecteert. Hij beaamt hem en vult hem aan.

Batik van Greet Visser
"Luister, Israël! De Heere, onze God, de Heere is één. En u zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht. En het tweede is dit: U zult uw naaste liefhebben als uzelf." Batik van Greet Visser

Dichtbij

En toen Jezus zag dat hij verstandig geantwoord had, zei Hij tegen hem: U bent niet ver van het Koninkrijk van God. Met andere woorden: “U bent er heel dichtbij!”

En hoe dan verder? Van dichtbij zijn, erin komen? Door het eerste en het tweede gebod te gaan te doen! Dan loop je er ook vanzelf tegenaan dat het niet lukt en dan moet je gaan vertrouwen op Gods genade.

Dit artikel is onderdeel van de serie

De Promotie van Jezus

Jezus en de Opstanding

De vraag of er leven is na de dood is van alle tijden. In de tijd van Jezus was dit een groot strijdpunt. Een belangrijk verschil ook tussen Farizeeën en Sadduceeën.

Marcus 12:18-27 Er kwamen ook Sadduceeën naar Hem toe, die zeggen dat er geen opstanding is, en zij vroegen Hem: Meester, Mozes heeft ons voorgeschreven: Als iemands broer sterft en een vrouw achterlaat en geen kinderen nalaat, dat dan zijn broer diens vrouw tot vrouw moet nemen en voor zijn broer nageslacht verwekken. Nu waren er zeven broers; en de eerste nam een vrouw en liet bij zijn sterven geen nageslacht na. Ook de tweede nam haar tot vrouw en stierf, en ook deze liet geen nageslacht na; en de derde evenzo. En alle zeven namen haar tot vrouw en lieten geen nageslacht na; als laatste van allen stierf ook de vrouw. In de opstanding, wanneer zij opgestaan zullen zijn, van wie van hen zal zij dan de vrouw zijn? Want alle zeven hebben haar als vrouw gehad. En Jezus antwoordde hun: Dwaalt u niet daardoor, dat u de Schriften niet kent en ook niet de kracht van God? Want wanneer ze uit de doden opgestaan zullen zijn, trouwen ze niet en worden ze niet ten huwelijk gegeven, maar zijn ze als engelen in de hemelen. En wat betreft de doden, dat zij opgewekt zullen worden: hebt u niet gelezen in het boek van Mozes, hoe God in de doornstruik tot hem sprak: Ik ben de God van Abraham en de God van Izak en de God van Jakob? Hij is niet een God van doden, maar een God van levenden. U dwaalt dus erg.

Belachelijk

De Sadduceeën waren ervan overtuigd dat opstanding van doden een verzinsel is. Ze zien een kans om de populaire zelfverklaarde rabbi Jezus af te laten gaan. Met hem ook alle andere Farizeeën, want zo zullen ze Jezus wel gezien hebben. Ze zetten het dik aan om hem belachelijk te maken. Niet “wat gebeurt er als een vrouw twee keer getrouwd is geweest”, maar een heel verhaal over een vrouw die achter elkaar zeven mannen heeft gehad. Overigens hebben ze niet een man als onderwerp van hun verhaal gekozen. Blijkbaar was het geen vreemd idee dat een man, opgestaan, een hele harem om zich heen zou hebben. In de evolutie van de mensheid is deze gedachte later doorontwikkeld tot zelfs 72 maagden.

Misvatting

Eerst moet Jezus een misvatting corrigeren. Het idee dat bij de opstanding de doden uit hun graf kruipen zoals ze erin gegaan zijn. Wel gezond en jong uiteraard, met alles erop en eraan. Zoals de schilders het altijd hebben afgebeeld.

Laatste Oordeel. 15e eeuw. Afkomstig uit Très Riches Heures du duc de Berry.

Engelen

“Ze zijn als engelen in de hemel”. Dezelfde persoon, maar toch helemaal anders. Paulus vergelijkt dit met een graankorrel en de halm die daaruit groeit. Die zien er heel anders uit en toch is het dezelfde plant.

Thora

Dan het antwoord. Probleem was dat de Sadduceeën ervan overtuigd waren dat alleen de eerste vijf boeken van de Bijbel, de Thora, van God kwam. De rest was mensenwerk.

Eerdere overtuigingspogingen van de Farizeeën zullen wel als volgt gegaan zijn: “Jullie erkennen alleen het gezag van de boeken van Mozes. Daar staat inderdaad niets in over de opstanding. Hoe komen jullie erbij dat God toen opgehouden is met spreken? De Profeten en de Geschriften zijn duidelijk genoeg! Kijk maar in Jesaja, Ezechiël, Daniel, Hosea, Job en diverse Psalmen”.

Jezus gaat juist uit van wat voor de Sadduceeën wél gezag heeft. Nog wel een zeer bekende tekst uit de Thora. Exodus 3:6, waar God tot Mozes zegt: Ik ben de God van Abraham, Izaäk en Jacob. Niet: Ik was de God. De aartsvaders zijn er nog!

Dit is een onverwachte nieuwe invalshoek. Nooit zal de discussie over de opstanding meer dezelfde zijn. Toch?

Gamaliël

In de Talmoed staat dat later Gamaliël, de leermeester van Paulus, hetzelfde bewijs dacht te halen uit Deuteronomium 11:21.

“… Het land waarvan de HEERE uw vaderen gezworen heeft het hun te geven … Niet tot u, maar hun [uw vaderen die nu dood zijn]. Dus wordt de opstanding afgeleid uit de Thora”.

Dit bewijs lijkt op dat van Jezus, maar klopt niet! Op het moment dat God dit had gezworen, waren die vaderen wel in leven. Kende Gamaliël het argument van Jezus, maar wilde hij het niet gebruiken omdat hij Hem als de stichter van een sekte beschouwde? Of heeft Gamaliël juist wel Jezus nagesproken, maar was een christelijke redenering voor latere overschrijvers van de Talmoed te gortig?

De weg kwijt

U dwaalt dus erg”. In gewoon Nederlands: “Jullie zijn helemaal de weg kwijt!” Een terechte reactie op het belachelijk maken van een belangrijk punt in de Schrift. De opstanding uit de dood. Die we ook zelf hopen mee te maken!

Dit artikel is onderdeel van de serie

De Promotie van Jezus