En een van de schriftgeleerden, die hen hoorde redetwisten en wist dat Hij hun goed geantwoord had, kwam naar Hem toe en vroeg Hem: Wat is het eerste van alle geboden? En Jezus antwoordde hem: Het eerste van alle geboden is: Luister, Israël! De Heere, onze God, de Heere is één. En u zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht. Dit is het eerste gebod. En het tweede, hieraan gelijk, is dit: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. Er is geen ander gebod groter dan deze. En de schriftgeleerde zei tegen Hem: Juist, Meester, U hebt naar waarheid gezegd dat God één is, en er is geen ander dan Hij. En Hem lief te hebben met heel het hart en met heel het verstand en met heel de ziel en met heel de kracht, en de naaste lief te hebben als zichzelf, is meer dan alle brandoffers en slachtoffers. En toen Jezus zag dat hij verstandig geantwoord had, zei Hij tegen hem: U bent niet ver van het Koninkrijk van God. En niemand durfde Hem meer iets te vragen.
Marcus 12:28-34
Ik heb er lang over gedaan voor ik doorhad wat hier nou bijzonder is in het antwoord van Jezus. Wij zijn het ook zo gewend in de kerk! “Dit is het eerste en het grote gebod en het tweede daaraan gelijk…”
De vraag over het eerste gebod was onder schriftgeleerden populair. Bedoeld werd natuurlijk niet het eerste in tijd, maar een samenvatting van de wet, als principe om vanuit te leven, waar de hele Thora uit zou volgen. Zoiets als dat de natuurkundigen vanaf Einstein tot nu proberen om alle natuurkrachten onder te brengen in één theorie.
Bekend was het verhaal over de rabbi’s Shammai en Hillel, die een generatie eerder hadden geleefd. Er was een heidense man die naar Shammai kwam en tegen hem zei: ‘Ik wil wel proseliet worden, maar alleen op voorwaarde dat je me de hele Thora leert terwijl ik op één voet sta”. Shammai joeg hem weg met een meetlatje, dat hij bij zich had. De man ging toen naar Hillel met hetzelfde voorstel. Die had geantwoord: “Wat gij niet wil dat u geschiedt, doe dat ook je naaste niet. Dat is de hele Thora. De rest is commentaar. Ga en leer dat te doen!”
Andere antwoorden waren Micha 6:8: “recht te doen, goedertierenheid lief te hebben en ootmoedig te wandelen met uw God”, of “Zoek mij en leef” uit Amos 5:4 of “De rechtvaardige zal uit zijn geloof leven”, Habakuk 2:4.
Opponent
Uit het feit dat deze wetgeleerde Jezus met deze vraag confronteert, blijkt dat hij Jezus als een volwaardige opponent zag. Niet de vijandige houding van de Farizeeën met de belastingvraag of de minachting van de Sadduceeën met de opstandingsvraag.
Het Eerste Gebod
Jezus’ antwoord met dé Joodse Geloofsbelijdenis uit Thora is verrassend elegant!
En Jezus antwoordde hem: Het eerste van alle geboden is: Luister, Israël! De Heere, onze God, de Heere is één. En u zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht (Deuteronomium 6:4,5). Dit is het eerste gebod.
Dit antwoord plaatst God bovenaan!
De woorden “uw verstand” staan niet in Deuteronomium. Waarom hier wel? In het Hebreeuws houdt “hart” ook het verstand in. Niet alleen gevoel. “Hij overlegde in zijn hart”. In het Nederlands is dat niet zo. Bij ons kan het zijn: “mijn hart zegt ja, maar mijn verstand zegt nee”. In het Grieks is het ook niet zo duidelijk. Daarom heeft Marcus de woorden van Jezus dynamisch equivalent vertaald en “verstand” erbij gezet. Anders dan de Satenvertaling!
Het Tweede Gebod
En het tweede, hieraan gelijk, is dit: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. Er is geen ander gebod groter dan deze.
Het tweede gebod? Daar had nog nooit iemand naar gevraagd! De schriftgeleerden hadden het steeds alleen gehad over een eerste gebod. “U zult uw naaste liefhebben als uzelf” is ook een veel minder opvallende tekst, bijna terloops genoemd in Leviticus 19:18. Jezus stelt hiermee dat je God liefhebt door je naaste lief te hebben. Dat is de verrassing in Jezus’ antwoord!
Door de liefde tot de naaste te noemen komt het dichtbij. Heb ik wel mijn naaste lief? In ieder geval hadden de voorgaande Farizeeën en Sadduceeën Jezus niet lief! Zij hadden geprobeerd om hem ten val te brengen.
Uit de reactie van deze wetgeleerde blijkt dat hij Jezus nu nog meer respecteert. Hij beaamt hem en vult hem aan.
Dichtbij
En toen Jezus zag dat hij verstandig geantwoord had, zei Hij tegen hem: U bent niet ver van het Koninkrijk van God. Met andere woorden: “U bent er heel dichtbij!”
En hoe dan verder? Van dichtbij zijn, erin komen? Door het eerste en het tweede gebod te gaan te doen! Dan loop je er ook vanzelf tegenaan dat het niet lukt en dan moet je gaan vertrouwen op Gods genade.
Dit artikel is onderdeel van de serie