De Promotie van Jezus

Marcus 11  en Marcus 12

Jezus’ bevoegdheid

Jezus deed zijn intocht in Jeruzalem als de lang beloofde Koning. Hij bracht de stad in opschudding. Hij stuurde ook de verkopers weg uit de tempel (Marcus 11:15). Nu komen de overpriesters, de schriftgeleerden en de oudsten naar Hem toe met de vragen: “Met welke bevoegdheid doet U deze dingen? En wie heeft U deze bevoegdheid gegeven om deze dingen te doen?”

In de tijd van Jezus werd je niet zomaar Rabbi. Daar moest je toe benoemd worden. Dat gebeurde dan door handoplegging, nadat de kandidaat door verschillende Rabbi’s was ondervraagd. Net zoiets als wanneer iemand nu op een universiteit promoveert tot doctor. Daarna had de rabbi geestelijk gezag.

Jezus kan hierop het echte antwoord niet geven, namelijk dat hij door Zijn Hemelse Vader tot Messias is aangesteld. Dat hadden ze zeker niet aangenomen. Daarom komt Hij met de vergelijking met de doop van Johannes. Daarvoor geldt immers hetzelfde. Ook Johannes de Doper was niet officieel door hen aangesteld.

De slechte landbouwers

Vervolgens vertelt Jezus de gelijkenis van de slechte landbouwers (12:1-12). Zonder het rechtsreeks te zeggen, geeft Hij zijn tegenstanders wel een paar schokkende zaken te concluderen.

    1. Jezus is de Zoon van God.
    2. Zijn opponenten, de huidige leiders zullen er zelfs toe komen om Hem te doden
    3. God zal de huidige leiders het gezag ontnemen.

Ze hebben direct begrepen dat Hij met de wijngaard verwees naar Jesaja 5.

Drie vragen

Dan komen er drie vragen op Jezus af. Drie vragen, onafhankelijk door verschillende mensen gesteld. Het waren niet zomaar vragen, maar dé strijdpunten van die tijd.

Jezus weet op alle drie vanuit een volkomen nieuwe invalshoek een afdoend antwoord gegeven! Een bewijs van Goddelijke genialiteit!

Wij zijn aan deze passages gewend en verbazen ons er niet zo meer over. Om te zien hoe bijzonder de antwoorden van Jezus waren, moet je inleven in Zijn tijd. Per vraag zijn ze hier uitgewerkt.

Er zit een duidelijke progressie in de intentie achter de vragen. De eerste was bedoeld om Jezus te laten arresteren, de tweede alleen om zijn ideeën belachelijk te maken en de derde om hem te bevragen over een belangrijk punt. Van uiterst negatief tot positief dus.

Toen durfde niemand hem meer iets te vragen (:34). Dat is raar! Zo’n geniale rabbi zou je alles willen vragen! Op het gebied van bijbeluitleg en voor persoonlijke zaken. Dat gebeurt nu nog in orthodox Joodse kringen. Hieruit blijkt de vijandige, bevooroordeelde houding van de Joodse leiders toen.

Er is nog een reden waarom ze verder niets vroegen. Ze liepen nu namelijk een groot risico.

Na de zin: “Niemand durfde Hem meer iets te vragen” staat er “en Jezus antwoordde”. Dat lijkt vreemd Er was toch juist geen vraag! Het Griekse woord apokrinomai heeft een ruimere betekenis: “reageren”. Dat kan door een antwoord te geven of op een andere manier.  Hij reageerde dus op het feit dat niemand hem iets durfde vragen. Dat is de vraag over de Messias, de Zoon van David.

Christus, Zoon van David

En Jezus antwoordde en zei, terwijl Hij onderwijs gaf in de tempel: Hoe kunnen de schriftgeleerden zeggen dat de Christus een Zoon van David is? Want David zelf heeft door de Heilige Geest gezegd: De Heere heeft gezegd tegen mijn Heere: Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden neergelegd heb als een voetbank voor Uw voeten. David noemt Hem dus zelf zijn Heere en hoe kan Hij dan zijn Zoon zijn? (Markus 12:35-37)

Vroeger begreep ik niets van dit gedeelte. Ik las “hoe kan Hij dan zijn Zoon zijn?” als een retorische vraag. Probeerde Jezus nou onderuit te halen dat de Messias de zoon van David is? Helemaal niet! Het is geen retorische vraag, maar een ondervraging, zoals bij een universitaire promotie.

We weten uit de Talmoed dat de kandidaat-rabbi ondervraagd werd op vier categorieën.

    1. Een praktische uitwerking van de wet (Chokma, halacha)
    2. Over bijbeluitleg. (Haggadah)
    3. Een vraag waarin een standpunt van de Rabbi belachelijk wordt gemaakt. (Boruth)
    4. Principes waaruit je moet leven. (Derech ‘eretz)

Zonder dat ze er enigszins op uitwaren, was Jezus nu ondervraagd op categorieën 1, 3 en 4. En dat niet op vergezochte punten, maar op de vragen van die tijd. 1 – de belastingpenning, 3 – de opstanding, 4 – het grootste gebod. Nu durfden ze Hem niet meer te vragen. Als hij nog één goed antwoord gaf over bijbeluitleg, hadden ze hem zelf tot Rabbi moeten promoveren. Dat risico wilden ze niet lopen.

Daarom komt Jezus zelf met een vraag uit deze categorie.  Daarop weten zelfs zijn geleerde opponenten het antwoord niet. Hij wel! De Messias is zowel de zoon van David als de Zoon van God.

Hiermee geeft Jezus en passant antwoord op de vragen aan het begin van het gedeelte. Met welke bevoegdheid? De bevoegdheid als Messias, de zoon van David! En wie heeft de bevoegdheid gegeven? God zelf!

Gepromoveerd!

En bovendien hadden zijn opponenten Jezus dus volgens hun eigen regels, op grond van de vier antwoorden, moeten promoveren tot Rabbi. Summa Cum Laude!

Met dank aan David T. Owen-Ball voor zijn artikel Rabbinic Rhetoric and the Tribute Passage (Mt. 22:15-22; Mk. 12:13-17; Lk. 20:20-26) in het tijdschrift Novum Testamentum.

Het Eerste Gebod

En een van de schriftgeleerden, die hen hoorde redetwisten en wist dat Hij hun goed geantwoord had, kwam naar Hem toe en vroeg Hem: Wat is het eerste van alle geboden? En Jezus antwoordde hem: Het eerste van alle geboden is: Luister, Israël! De Heere, onze God, de Heere is één. En u zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht. Dit is het eerste gebod. En het tweede, hieraan gelijk, is dit: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. Er is geen ander gebod groter dan deze. En de schriftgeleerde zei tegen Hem: Juist, Meester, U hebt naar waarheid gezegd dat God één is, en er is geen ander dan Hij. En Hem lief te hebben met heel het hart en met heel het verstand en met heel de ziel en met heel de kracht, en de naaste lief te hebben als zichzelf, is meer dan alle brandoffers en slachtoffers. En toen Jezus zag dat hij verstandig geantwoord had, zei Hij tegen hem: U bent niet ver van het Koninkrijk van God. En niemand durfde Hem meer iets te vragen.

Ik heb er lang over gedaan voor ik doorhad wat hier nou bijzonder is in het antwoord van Jezus. Wij zijn het ook zo gewend in de kerk! “Dit is het eerste en het grote gebod en het tweede daaraan gelijk…”

De vraag over het eerste gebod was onder schriftgeleerden populair. Bedoeld werd natuurlijk niet het eerste in tijd, maar een samenvatting van de wet, als principe om vanuit te leven, waar de hele Thora uit zou volgen. Zoiets als dat de natuurkundigen vanaf Einstein tot nu proberen om alle natuurkrachten onder te brengen in één theorie.

Bekend was het verhaal over de rabbi’s Shammai en Hillel, die een generatie eerder hadden geleefd. Er was een heidense man die naar Shammai kwam en tegen hem zei: ‘Ik wil wel proseliet worden, maar alleen op voorwaarde dat je me de hele Thora leert terwijl ik op één voet sta”. Shammai joeg hem weg met een meetlatje, dat hij bij zich had. De man ging toen naar Hillel met hetzelfde voorstel. Die had geantwoord: “Wat gij niet wil dat u geschiedt, doe dat ook je naaste niet. Dat is de hele Thora. De rest is commentaar. Ga en leer dat te doen!”

Andere antwoorden waren Micha 6:8: “recht te doen, goedertierenheid lief te hebben en ootmoedig te wandelen met uw God”, of “Zoek mij en leef” uit Amos 5:4 of “De rechtvaardige zal uit zijn geloof leven”, Habakuk 2:4.

Opponent

Uit het feit dat deze wetgeleerde Jezus met deze vraag confronteert, blijkt dat hij Jezus als een volwaardige opponent zag. Niet de vijandige houding van de Farizeeën met de belastingvraag of de minachting van de Sadduceeën met de opstandingsvraag.

Het Eerste Gebod

Jezus’ antwoord met dé Joodse Geloofsbelijdenis uit Thora is verrassend elegant!

En Jezus antwoordde hem: Het eerste van alle geboden is: Luister, Israël! De Heere, onze God, de Heere is één. En u zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht (Deuteronomium 6:4,5). Dit is het eerste gebod.

Dit antwoord plaatst God bovenaan!

De woorden “uw verstand” staan niet in Deuteronomium. Waarom hier wel? In het Hebreeuws houdt “hart” ook het verstand in. Niet alleen gevoel. “Hij overlegde in zijn hart”. In het Nederlands is dat niet zo. Bij ons kan het zijn: “mijn hart zegt ja, maar mijn verstand zegt nee”. In het Grieks is het ook niet zo duidelijk. Daarom heeft Marcus de woorden van Jezus dynamisch equivalent vertaald en “verstand” erbij gezet. Anders dan de Satenvertaling!

Het Tweede Gebod

En het tweede, hieraan gelijk, is dit: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. Er is geen ander gebod groter dan deze.

Het tweede gebod? Daar had nog nooit iemand naar gevraagd! De schriftgeleerden hadden het steeds alleen gehad over een eerste gebod. “U zult uw naaste liefhebben als uzelf” is ook een veel minder opvallende tekst, bijna terloops genoemd in Leviticus 19:18. Jezus stelt hiermee dat je God liefhebt door je naaste lief te hebben. Dat is de verrassing in Jezus’ antwoord!

Door de liefde tot de naaste te noemen komt het dichtbij. Heb ik wel mijn naaste lief? In ieder geval hadden de voorgaande Farizeeën en Sadduceeën Jezus niet lief! Zij hadden geprobeerd om hem ten val te brengen.

Uit de reactie van deze wetgeleerde blijkt dat hij Jezus nu nog meer respecteert. Hij beaamt hem en vult hem aan.

Batik van Greet Visser
"Luister, Israël! De Heere, onze God, de Heere is één. En u zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht. En het tweede is dit: U zult uw naaste liefhebben als uzelf." Batik van Greet Visser

Dichtbij

En toen Jezus zag dat hij verstandig geantwoord had, zei Hij tegen hem: U bent niet ver van het Koninkrijk van God. Met andere woorden: “U bent er heel dichtbij!”

En hoe dan verder? Van dichtbij zijn, erin komen? Door het eerste en het tweede gebod te gaan te doen! Dan loop je er ook vanzelf tegenaan dat het niet lukt en dan moet je gaan vertrouwen op Gods genade.

Jezus en de Opstanding

De vraag of er leven is na de dood is van alle tijden. In de tijd van Jezus was dit een groot strijdpunt. Een belangrijk verschil ook tussen Farizeeën en Sadduceeën.

Marcus 12:18-27 Er kwamen ook Sadduceeën naar Hem toe, die zeggen dat er geen opstanding is, en zij vroegen Hem: Meester, Mozes heeft ons voorgeschreven: Als iemands broer sterft en een vrouw achterlaat en geen kinderen nalaat, dat dan zijn broer diens vrouw tot vrouw moet nemen en voor zijn broer nageslacht verwekken. Nu waren er zeven broers; en de eerste nam een vrouw en liet bij zijn sterven geen nageslacht na. Ook de tweede nam haar tot vrouw en stierf, en ook deze liet geen nageslacht na; en de derde evenzo. En alle zeven namen haar tot vrouw en lieten geen nageslacht na; als laatste van allen stierf ook de vrouw. In de opstanding, wanneer zij opgestaan zullen zijn, van wie van hen zal zij dan de vrouw zijn? Want alle zeven hebben haar als vrouw gehad. En Jezus antwoordde hun: Dwaalt u niet daardoor, dat u de Schriften niet kent en ook niet de kracht van God? Want wanneer ze uit de doden opgestaan zullen zijn, trouwen ze niet en worden ze niet ten huwelijk gegeven, maar zijn ze als engelen in de hemelen. En wat betreft de doden, dat zij opgewekt zullen worden: hebt u niet gelezen in het boek van Mozes, hoe God in de doornstruik tot hem sprak: Ik ben de God van Abraham en de God van Izak en de God van Jakob? Hij is niet een God van doden, maar een God van levenden. U dwaalt dus erg.

Belachelijk

De Sadduceeën waren ervan overtuigd dat opstanding van doden een verzinsel is. Ze zien een kans om de populaire zelfverklaarde rabbi Jezus af te laten gaan. Met hem ook alle andere Farizeeën, want zo zullen ze Jezus wel gezien hebben. Ze zetten het dik aan om hem belachelijk te maken. Niet “wat gebeurt er als een vrouw twee keer getrouwd is geweest”, maar een heel verhaal over een vrouw die achter elkaar zeven mannen heeft gehad. Overigens hebben ze niet een man als onderwerp van hun verhaal gekozen. Blijkbaar was het geen vreemd idee dat een man, opgestaan, een hele harem om zich heen zou hebben. In de evolutie van de mensheid is deze gedachte later doorontwikkeld tot zelfs 72 maagden.

Misvatting

Eerst moet Jezus een misvatting corrigeren. Het idee dat bij de opstanding de doden uit hun graf kruipen zoals ze erin gegaan zijn. Wel gezond en jong uiteraard, met alles erop en eraan. Zoals de schilders het altijd hebben afgebeeld.

Laatste Oordeel. 15e eeuw. Afkomstig uit Très Riches Heures du duc de Berry.

Engelen

“Ze zijn als engelen in de hemel”. Dezelfde persoon, maar toch helemaal anders. Paulus vergelijkt dit met een graankorrel en de halm die daaruit groeit. Die zien er heel anders uit en toch is het dezelfde plant.

Thora

Dan het antwoord. Probleem was dat de Sadduceeën ervan overtuigd waren dat alleen de eerste vijf boeken van de Bijbel, de Thora, van God kwam. De rest was mensenwerk.

Eerdere overtuigingspogingen van de Farizeeën zullen wel als volgt gegaan zijn: “Jullie erkennen alleen het gezag van de boeken van Mozes. Daar staat inderdaad niets in over de opstanding. Hoe komen jullie erbij dat God toen opgehouden is met spreken? De Profeten en de Geschriften zijn duidelijk genoeg! Kijk maar in Jesaja, Ezechiël, Daniel, Hosea, Job en diverse Psalmen”.

Jezus gaat juist uit van wat voor de Sadduceeën wél gezag heeft. Nog wel een zeer bekende tekst uit de Thora. Exodus 3:6, waar God tot Mozes zegt: Ik ben de God van Abraham, Izaäk en Jacob. Niet: Ik was de God. De aartsvaders zijn er nog!

Dit is een onverwachte nieuwe invalshoek. Nooit zal de discussie over de opstanding meer dezelfde zijn. Toch?

Gamaliël

In de Talmoed staat dat later Gamaliël, de leermeester van Paulus, hetzelfde bewijs dacht te halen uit Deuteronomium 11:21.

“… Het land waarvan de HEERE uw vaderen gezworen heeft het hun te geven … Niet tot u, maar hun [uw vaderen die nu dood zijn]. Dus wordt de opstanding afgeleid uit de Thora”.

Dit bewijs lijkt op dat van Jezus, maar klopt niet! Op het moment dat God dit had gezworen, waren die vaderen wel in leven. Kende Gamaliël het argument van Jezus, maar wilde hij het niet gebruiken omdat hij Hem als de stichter van een sekte beschouwde? Of heeft Gamaliël juist wel Jezus nagesproken, maar was een christelijke redenering voor latere overschrijvers van de Talmoed te gortig?

De weg kwijt

U dwaalt dus erg”. In gewoon Nederlands: “Jullie zijn helemaal de weg kwijt!” Een terechte reactie op het belachelijk maken van een belangrijk punt in de Schrift. Iets wat we ook zelf hopen mee te maken!

Losse Gedachten en Stellingen

Over de Bijbel en Geloof

Als je de Bijbel leest, staat de schrijver naast je

Er zijn verschillende vertalingen. Soms zijn ze ook nog gebaseerd op verschillende grondteksten. Waar kun je nou vanop aan? Geen probleem! De Schrijver leeft en staat naast je. Hij kan je laten zien wat voor jou van belang is.

Je hebt Christenen en je hebt kerkmensen

Je hebt Christenen. Die verwachten alles van Christus. Je hebt ook kerkmensen. Kerkmensen verwachten het van de kerk. Je herkent ze als je ze hoort klagen dat ze in de kerk teleurgesteld zijn.

Kerkelijke verdeeldheid is Gods werk

Het moet voorkomen dat we een menselijke organisatie “de kerk” gelijk gaan stellen aan het Lichaam van Christus. Helaas gebeurt dat nog vaak genoeg.

Als er in de hemel een krant zou zijn, zouden kerkscheidingen in een lijstje achterin staan. Net zoals vroeger de beursberichten.

Kerkfusies en kerkscheidingen zijn voor de leden altijd erg ingrijpend. Voor God zijn ze vast niet zo belangrijk.

De duivel is voor zijn hobby occultist en van beroep filosoof

In de westerse wereld geloven de meeste mensen niet in God, doordat ze door de filosofen wijsgemaakt zijn dat er geen God en geen geesten zijn. In onze tijd zijn die filosofen overigens meestal wetenschappers, die in hun vakgebied zeker hun sporen verdiend hebben, maar zich te buiten gaan aan uitspraken over (het niet bestaan van) God.

“In Nederland heeft de Islam honderdduizenden aanhangers, maar de Albert Heijn miljoenen”

De koks zijn de priesters van de eenentwintigste eeuw

In de boekwinkels staan meer kookboeken dan boeken over God. Televisieprogramma’s over koken en bakken zijn populairder dan programma’s over God. “Hun god is de buik“, zei Paulus.

Hoe arrogant is eindtijdverwachting?

Hoeveel arrogantie zit er in het idee dat we nu in de eindtijd leven? Blijkbaar was je niet belangrijk genoeg dat je er ook was toen Jezus op aarde rondwandelde. Dan ben je in ieder geval wel aanwezig bij Zijn wederkomst!

Eén theoloog, daar kun je veel aan hebben, maar alle theologen bij elkaar, daar heb je niets aan.

Binnen de theologie zijn er zoveel verschillende meningen dat het totaal zich ongeveer uitmiddelt tot nul.

Godsdienst kan nadelig uitwerken. Alleen vervulling met de Heilige Geest is daar remedie voor.

Godsdienstige mensen zijn met hogere dingen bezig. Daardoor worden ze fanatieker! Wat eigen idee of smaak is, gaan ze aanzien voor goddelijk belang. Reden om de hakken in het zand te zetten, of zelfs over lijken te gaan. De Heilige Geest werkt het tegengestelde: De vrucht van de Geest is echter: liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. (Galaten 5:22)

“Sommige mensen zijn nooit te overtuigen. Al zou er een engel voor ze staan en zeven sprekende ezels!”

Begrijpelijke theologie

Als je een theologie heb, die begrijpelijk is en nergens tegenstrijdig lijkt, dan weet je zeker dat die door mensen is bedacht. Een theologie waarin dingen niet lijken te kloppen en niet te begrijpen, die kan van God zelf zijn.

God is toch veel hoger dan wij!

Wondergeloof

De leerlingen van Jezus vertellen je dat ze Hem over het water hebben zien lopen. Jij vertelt ze dat er aan de andere kant van de wereld een rond voorwerp door een latwerk met een net vliegt en dat op datzelfde moment het hele volk daarom gaat juichen. Wat denk je dat ze van jouw verhaal vinden?

Jona en de sokken

Iedereen maakt mee dat er een sok in de wasmachine gaat en er nooit meer uitkomt. Over de hele wereld moet dat dus over miljarden sokken gaan, die elk jaar op onverklaarbare manier verdwijnen. Iedereen is daaraan gewend. En dan zou het verhaal van Jona in de vis ongeloofwaardig zijn? 😃

Sekteleiders

Sekteleiders denken dat ze met het hogere bezig zijn, maar in feite zijn ze heel banaal. Of het nu protestantse, katholieke, hindoeïstische of UFO sekten zijn, in alle gevallen komt de leider er op een moment op dat hij met alle vrouwen van de groep naar bed mag gaan. In sommige van die sekten geldt dat voor alle mannen, in andere is dat privilege alleen weggelegd voor de grote leider.

Scheppingsdagen

Als Baäl of Wodan de schepper was geweest van Genesis 1, dan waren het inderdaad dagen van 24 uur geweest. Bij de Ene God, die buiten de tijd staat, kan het van ons uit gezien alles zijn, van een ondeelbaar ogenblik tot miljarden jaren.

Over van alles en nog wat

Laag opgeleiden zijn verstandiger dan hoog opgeleiden

Sommige dingen zijn gewoon niet door ons te begrijpen. We kunnen ze wel beschrijven, maar ze gaan ons begrip te boven. Zowel in de natuurkunde als theologie komen we dit tegen. 

    • Lager opgeleiden denken terecht dat ze deze dingen niet begrijpen.
    • Hoger opgeleiden hebben de misvatting dat ze het wel moeten kunnen begrijpen.

“Genieten gaat je een keer de keel uithangen. Dan wil je weer wat nuttigs doen.”

“Nederland is tegenwoordig net vakantie, met al die buitenlanders op straat.”

De term UFO heeft drie problemen, “Unidentified, Flying en Object”.

Unidentified – Voor de melder is wat hij gezien heeft ongetwijfeld ongeïdentificeerd, maar meestal zijn er op aarde andere mensen die heel goed weten wat het is.
Flying – Houdt al in dat het daadwerkelijk vliegt en niet zweeft, valt of alleen lijkt te bewegen.
Object – Houdt al in dat de waarneming een fysiek voorwerp betreft en niet een optisch verschijnsel in bijvoorbeeld oog, lens, ruit of wolken.

Alle Oer is Nep

Het idee dat in de verre oudheid alles beter was, levert allerlei commerciële producten op. Oerdieet, oerbrood, oervlees. Echt, in die tijd gebruikten ze vooral waar ze aan konden komen, gezond of niet. In het echte oerbrood, bijvoorbeeld, zaten scherpe korrels uit de molenstenen, waardoor de tanden van de oermensen allemaal afsleten.

Hier een (waarschijnlijk ludiek) voorbeeld.

In Europa was er voor de ontdekkingsreizen geen aardappel, laat staan friet.

Met beoefenaars van twee beroepen moet je een relatie vermijden: acteurs en relatietherapeuten

Acteurs maken van hun eigen leven een drama. Met jou in een onfortuinlijke (bij)rol.

Bij relatietherapeuten ben jij het demonstratieobject voor hun formule voor een ideale relatie. Daar kun je nooit aan voldoen.

Complotten en domheid

Als iets net zo goed door kwade opzet (bijvoorbeeld complot) als door domheid kan worden verklaard, denken we meestal eerst aan kwade opzet. In de praktijk is de oorzaak dan bijna altijd domheid.

Des te onwaarschijnlijker een idee, des te fanatieker de aanhangers.

Heilig Grafkerk in Jeruzalem

De Heilig Grafkerk in Jeruzalem is een wonderlijke, zelfs bizarre plek.

Kaarsen, wierook, drukte, geloof, bijgeloof, devotie.

Gelovigen verdringen zich om de plaatsen aan te raken waar het lichaam van Jezus zou hebben gelegen. Zelf aanraken en ook kaarsen en souvenirs, die daardoor een heiligheid zouden krijgen. Die voorwerpen worden doorgaans meegenomen in vuilniszakken. Op zich geen gek idee. Wij zijn als vuilnis, maar door Jezus aan te raken worden we heilig!

Zelf voel ik me daar wel een vreemde tussen de geloofsgenoten, maar mooie plaatjes schieten, dat gaat fantastisch!

De Ark van Mozes

Het verhaal in Exodus 2 gaat over een anonieme man met een anonieme vrouw. Hun namen zijn pas veel later bekend geworden. Slaven waren ze, geknecht door een ander volk. De vrouw werd zwanger. Hun eigenaar, de tirannieke Farao van Egypte, vond de aanwas van zijn slaven bedreigend. Daarom had hij bevolen dat alle jongetjes die geboren werden gedood moesten worden. Populatiebeheersing, zoals wij dat doen bij herten en zwijnen in natuurgebieden. Meisjes deden er voor hem niet toe. Bij de geboorte bleek het een jongetje te zijn!

De vrouw zag dat het goed was, staat er. Ze keek naar dit kind met een vreugde die gelijk was aan hoe God heeft gekeken naar zijn schepping. Alles om haar heen was niet goed door de slechtheid van de mensen, maar dit kind was goed. Daar moest God een bedoeling mee hebben! Dit kon niet geboren zijn om direct gedood te worden. Ze waagde het erop om het in leven te houden. Dan maar ongehoorzaam aan de overheid, met risico op zware straf. Ze verborg het drie maanden. Toen zal het wel te luidruchtig zijn geworden.

De Ark

Wat moest ze nu doen? Een toestand zo erg als deze was nog nooit voorgekomen. Haar moeder kon haar niet helpen. Haar grootmoeder, als die nog leefde ook niet. Het enige wat ze had voor raad waren de Woorden over God. De geschiedenis van hun voorouders, die een bijzondere band hadden met één heel bijzondere God. Over Jacob, Izaäk, Abraham, Noach. Doorverteld van moeder op dochter. Veel volksgenoten hoorden deze verhalen aan als sprookjes. Fantasie, bedacht om hun, die door de goden bestemd waren tot slaven, nog enige eigenwaarde te geven. Deze vrouw geloofde ze wel! Zij dacht: Ons hele volk wordt vernietigd door het water, net als bij de zondvloed. Toen kwam de tekst naar boven:

Maak voor uzelf een ark van goferhout. In vakken ingedeeld moet u deze ark maken en hem van binnen en van buiten met pek bestrijken. (Gen 6:14).

Dat moet ik doen! Een arkje maken!

Maar toen zij hem niet langer kon verbergen, nam zij voor hem een arkje van papyrus en bestreek het met asfalt en pek.

Dat die teksten zo op elkaar lijken, kan geen toeval zijn! Het woord dat meestal wordt vertaald met “mandje” of “kistje” wordt verder alleen gebruikt voor de ark van Noach. – Zij legde het kind daarin en zette het tussen het riet aan de oever van de Nijl. En nu afwachten. Zou het arkje wegdrijven als het water gaat stijgen, net als de ark van Noach? Of zou het in het riet blijven? Zelf durfde ze niet te kijken. Ook wilde ze niet ontdekt worden. Daarom had ze haar dochtertje in de buurt laten staan. “Kijk jij nu wat er verder gebeurt”.

De Redding

Uiteindelijk gebeurde er het beste wat kon gebeuren, alleen leek het daar in het begin helemaal niet op! Een dochter van de grote tiran en slavenbezitter kwam langs. Wonderlijk genoeg negeerde zij het bevel van haar vader. Haar medelijden werd namelijk opgewekt door het huilende baby’tje. Ze wilde het kindje zelf houden. Gelukkig stond ze boven de wet, zoals alle familie van despoten.

Toen deed Mirjam, de zus van de baby, een fantastische zet. Wat een bijdehante meid! Alleen meiden kunnen, denk ik, zo zijn. Als ze de oudere broer Aaron hadden ingezet, was er vast niets van Mozes terechtgekomen. “Zal ik voor u een voedster uit de Hebreeuwse vrouwen gaan roepen”?

Het was ondenkbaar dat een Egyptische vrouw een kind van slaven zou gaan zogen, dus het idee van een Hebreeuwse min was heel logisch. Het eindigde ermee dat de moeder nog geld kreeg ook voor het zogen van haar eigen kind! Dat is humor van God.

Geloof

Dus de combinatie van een gelovige moeder, die haar geloof in daden omzette, een prinses met medelijden en een bijdehand meisje hebben Mozes gered. Drie vrouwen. En dan te bedenken dat de Farao dacht dat het geen kwaad kon om de vrouwen te laten leven!

Uitsluitend door haar geloof is de slavenvrouw uit de anonimiteit gekomen en bekend geworden als Jochebed de moeder van Mozes, de belangrijkste man uit het Eerste Testament.

De Prinses

Wat was die moeder blij dat ze haar kind voorlopig terug had en dat hem een toekomst wachtte aan het koninklijke hof! De prinses was minstens even blij. Kinderloos als ze was, had ze zich elke maand gereinigd in de Nijl om zo van Hapy, de God van de Nijl, vruchtbaarheid af te smeken. Bij wie anders moest ze zijn, dan bij de godheid die het hele land vruchtbaar maakte?! Nu had hij haar een kind gegeven. Een kind van de Nijl, van Hapy zelf! O Hapy Day, zong ze luid. Uiteraard de Egyptische versie van dit lied.

Lawrence Alma Tadema - The Finding of Moses

Met dank aan Lukas de Groote voor enkele ideeën die in dit verhaal verwerkt zijn.

Een dingetje over Christelijke verdeeldheid

Christelijke verdeeldheid. Alleen iets om ons voor te schamen, of is het nog ergens goed voor? 

Verdeeldheid heb je al snel. We lezen in Handelingen en in de brieven van Paulus al over spanningen. Wat moeten heidenen doen die in Jezus gaan geloven. Paulus en anderen waren het er niet over eens.

De latere controversen zijn ontelbaar. Hoe goddelijk is Jezus? Kunnen beelden een functie hebben in de kerk? Vrije wil of uitverkiezing? Etc., Etc.

Verdeeldheid onder christenen is meer dan het bestaan van verschillende kerkgenootschappen. Ook binnen die organisaties kunnen er grote spanningen zijn tussen groepen.

Christelijke verdeeldheid. Hoe kan het bestaan? Is het ergens goed voor? 

Een voorbeeld van hoe het niet moet

Boze heiligen
Uit een beeldengroep in de St. Nikolaaskerk in Praag. Links Athanasius die de Arianen laat stikken; rechts Ignatius van Loyola die op protestanten bliksemt.