Wonderlijke verbanden

In de Bijbel zijn soms wonderlijke verbanden te vinden. Zijn ze toeval, het resultaat van literaire verwijzingen door de schrijver(s), of bewijs dat de Bijbel is geïnspireerd door de Heilige Geest?

Dat mag je zelf uitmaken.

Drie Duiven

Palmtortel in Gan Hashlosha, Israël

De eerste duif

De vredesduif is een internationaal symbool en de personificatie van vrede. Hij komt van de duif van Noach (Genesis 8:8-12

Vredesduif Blauwdruk van Greet Visser

De derde duif

Onder Christenen is de duif als symbool van de Heilige Geest even bekend. Alle vier de evangelisten vertellen dat, nadat Jezus gedoopt was, de Geest van God als een duif op Hem neerdaalde (Mattheüs 3:16, Marcus 1:10, Lucas 3:22, Johannes 1:32)

De tweede duif

De duif van Noach en die van de doop van Jezus hebben gemeenschappelijk dat ze te maken hebben met in het water gaan en er ook weer uitkomen. Er is nog een duif in de Bijbel waar dat voor geldt. De profeet Jona! Zijn naam betekent “duif”. En inderdaad, ook hij is onder water gegaan en er uitgekomen.

Drie Jezussen

Antionio Balestra (1666 - 1740) - De profeet Jesaja maakt aantekeningen tijdens zijn roepingsvisioen

In de het Eerste Testament komen drie belangrijke mensen voor, wiens naam van dezelfde stam is afgeleid als “Jezus”, wat “Redding” betekent.

    1. Jozua. Een heel Bijbelboek is naar hem genoemd. Onder zijn leiding is het beloofde land ingenomen. In feite fungeerde hij als koning, al heette dat niet zo, omdat het niet erfelijk was.
    2. De hogepriester Jesua, of Jozua. Onder zijn leiding werd de tempeldienst weer hersteld na de Babylonische ballingschap. We kunnen over hem lezen in de boeken Ezra, Nehemia, Haggaï en Zacharia.
    3. De profeet Jesaja. Ook naar hem is een heel Bijbelboek genoemd. Hij is de profeet die het meest heeft gezegd wat in Jezus is vervuld.

Deze mensen vertegenwoordigen dus de ambten Koning, Priester en Profeet, die de Messias Jezus alle drie heeft!

Nog meer wonderlijke verbanden

Drie Judassen

In de Bijbel zijn soms wonderlijke verbanden te vinden. Zijn ze toeval, bewuste literaire verwijzingen door de schrijver(s), of bewijs dat de Bijbel is geïnspireerd door de Heilige Geest?

Dat mag je zelf uitmaken.

Dit is er één van.

Juda

De naam Judas is de Griekse vorm van Juda. Ook het woord Jood is ervan afgeleid. In het Nieuwe Testament komen verschillende mannen met de naam Judas voor. Drie hadden een belangrijke rol als volgelingen van Jezus.

De Eerste Judas

Beeldengroep in het transept van de Kathedraal van Straatsburg. Jezus (liggend vooraan) is afgebeeld als een Europeaan; Judas (staande) is een karikatuur van een Joodse man.

Wie het over Judas heeft, bedoelt meestal Judas Iskariot, de volgeling van Jezus die hem heeft overgeleverd aan zijn vijanden. 

De Tweede Judas

(Albi) Saint Jude Thaddée 1620 - Georges de La Tour Inv.166

Er was een tweede leerling van Jezus die ook Judas heette. Judas Thaddäus , de broer van Jacobus, zoon van Alfeüs. Hij is Jezus trouw gebleven.

De Derde Judas

Judas de (half)broer van Jezus. Hij speelde later een belangrijke rol in de gemeente. Van hem is waarschijnlijk de Brief van Judas afkomstig.

Welke Judas is “onze” Judas?

De Christenen hebben het Joodse volk helaas vaak gezien als vertegenwoordigers van de eerste Judas – degenen die ervoor gezorgd hadden dat Jezus werd gedood. Dat er ook altijd Joden zijn geweest die volgelingen van Jezus waren, zoals de tweede Judas, werd vaak vergeten.

Nog belangrijker. De derde Judas was een ‘broer van de Heer’. Dat is de manier waarop Christenen nu het Joodse volk moeten zien. Als de verwanten van Jezus. Dankbaar dat uit dit volk onze Redder is gekomen.

Drie Geliefde Zonen

In de Bijbel zijn soms wonderlijke verbanden te vinden. Zijn ze toeval, bewuste literaire verwijzingen door de schrijver(s), of bewijs dat de Bijbel is geïnspireerd door de Heilige Geest?

Dat mag je zelf uitmaken.

Dit is er één van.

Nadat Jezus was gedoopt door Johannes de Doper,  kwam er een stem uit de hemel: “Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb!” (Mattheüs 3:17)

In de het Eerste Testament wordt precies drie keer gesproken over een “geliefde zoon”.

Izak

Genesis 22:2 Hij zei: Neem toch uw zoon, uw enige, die u liefhebt, Izak, ga naar het land Moria, en offer hem daar als brandoffer op een van de bergen die Ik u noemen zal.

Rembrandt - Het Offer van Abraham - Hermitage

Jozef

Genesis 37:3 Israël had Jozef meer lief dan al zijn andere zonen, want hij was voor hem een zoon van zijn ouderdom. Ook liet hij een veelkleurig gewaad voor hem maken.

Konstantin Flavitsky (1830-1866) - De zonen van Jacob verkopen hun broer Jozef

Spreuken

Spreuken 3:12 Want de HEERE straft wie Hij liefheeft,
zoals een vader doet met de zoon die hij goedgezind is.

Overeenkomst

Dat het precies drie keer is, is op zich al bijzonder. Het valt op dat in al deze drie gevallen de geliefde zoon moet lijden!

Dat geeft de stem uit de hemel in Mattheüs 3:17 een andere klank.

Twee Elia’s

In de Bijbel zijn soms wonderlijke verbanden te vinden. Zijn ze toeval, bewuste literaire verwijzingen door de schrijver(s), of bewijs dat de Bijbel is geïnspireerd door de Heilige Geest?

Dat mag je zelf uitmaken.

Dit is er één van.

Johannes de Doper beschuldigt Herodes en Herodias - Jacob Adriaensz Backer (1608 - 1651) Fries Museum

Maleachi 4:5 Zie, Ik zend tot u
de profeet Elia,
voordat de dag van de HEERE komt,
die grote en ontzagwekkende dag.

In de synoptische evangeliën staat op verschillende manieren dat Johannes de Doper die Elia was.

Mattheüs 11:14 En als u het wilt aannemen: hij is Elia, die komen zou.

Taak

De grote overeenkomst tussen Elia en Johannes was hun taak om het volk tot God terug te brengen. Maar ook hun omstandigheden kwamen overeen.

Tegenspeler

Beide mannen hadden als grote tegenspeler een goddeloze koning. Achab, respectievelijk Herodes. Ondanks de niet malse kritiek van de profeten op de koningen hadden ze toch ontzag voor hen. Echter beide koningen hadden een vrouw die de profeet wilde vermoorden. Izebel van Achab is dat niet gelukt, Herodias van Herodes wel.

Opvolger

Beide profeten hadden ook een opvolger, dat vinden we bij geen enkele andere profeet. Elia had Elisa. Voor Johannes was dat Jezus.

Twee Sauls

In de Bijbel zijn soms wonderlijke verbanden te vinden. Zijn ze toeval, bewuste literaire verwijzingen door de schrijver(s), of bewijs dat de Bijbel is geïnspireerd door de Heilige Geest?

Dat mag je zelf uitmaken.

Dit is er één van.

Koning Saul

De eerste koning van Israël was Saul. Hij kwam uit de stam Benjamin. Omdat hij in zijn ambt niet met God rekening hield, liet God een ander tot koning zalven, David. In plaats van de macht over te dragen, ging Saul David vervolgen.

Saul en David - Rembrandt van Rijn - Mauritshuis, Den Haag

Apostel Saul

Duizend jaar later is Jezus, een zoon van David, gekomen als rechtmatig opvolger van David. Er was toen ook een Saul uit de stam Benjamin. Hij vervolgde de volgelingen van Jezus  Zijn Griekse naam was Paulus. Op een moment verscheen Jezus aan hem op de weg en zei: Saul, Saul, waarom vervolgt u Mij? (Handelingen 9:4). Dat was hetzelfde als wat David tegen koning Saul zei toen hij de kans had gehad om hem te doden, maar hem spaarde: Waarom achtervolgt mijn heer zijn dienaar zo? Wat heb ik toch gedaan, wat voor kwaad heb ik bedreven? (1 Samuel 26:18)

Aelbert Cuyp - De bekering van Paulus op de weg naar Damascus

Deze tweede Saul bekeerde zich en werd zelf een volgeling van de Zoon van David. Een heel bijzondere zelfs. Hij heeft zich ingezet om de heidenen door Jezus bij God te brengen. 

Zo is het uiteindelijk toch nog goed gekomen tussen Saul en David.

De vervloeking van Gilboa

In het noorden van Israël, ligt het Gilboa gebergte. Het begrenst de vruchtbare vlakte van Jizreël aan de zuidoostkant.

In het ontroerende klaaglied van David 2 Samuel 1:17-27 is te lezen dat hij het Gilboa gebergte vervloekt heeft, omdat daar zijn vriend Jonathan en koning Saul waren gesneuveld. Bovendien waren de Israëlieten een groot deel van hun leefgebied kwijtgeraakt aan de Filistijnen.

Bergen van Gilboa, laat geen dauw of regen meer op u zijn, op de hooggelegen velden; want daar is het schild van de helden smadelijk weggeworpen, het schild van Saul, niet meer gezalfd met olie.

Het valt niet historisch te controleren of er inderdaad geen dauw of regen meer op deze bergen kwam. Het is wel regelmatig vastgelegd dat er vrijwel niets op groeide.

De Britten hebben in de jaren 1920 pogingen gedaan tot aanplant van bomen. Dit had niet veel succes, en de heersende opvatting was dat Mount Gilboa ongeschikt was voor bossen.

Nadat de staat Israël was gesticht, heeft het Joods Nationaal Fonds het opnieuw geprobeerd. Toen bleven de bomen wel groeien! 

Bron: Jewish National Fund

Nu is de Gilboa een groen gebergte. Hier een stel foto’s die ik daar bij verschillende bezoeken heb gemaakt. Er zijn veel mooie bloemen, met als ster de Gilboa Iris!

Het is overduidelijk dat de vloek van David nu is uitgewerkt!

Nu het volk Israël weer in het Land is?

Kijken als een Kind

Kun je God zien in de natuur? In andere dingen? Hier mijn idee daarover.

Een paar opmerkingen

  • Het is makkelijker om iets van God te ervaren in een berglandschap dan in bijvoorbeeld een koffiebekertje. Maar in principe kan het allebei.
  • Bij het zien van “nare” dingen zullen onze gedachten al gauw de ervaring van “iets van God” overstemmen. De  schepping die wij zien is beschadigd. Het kan lastig zijn om daar doorheen te kijken.

Commentaar welkom.

Met dank aan kleinzoon Abbe voor de toestemming voor het gebruik van zijn babyfoto als blikvanger.

Het bange schaap van Psalm 23

Psalm 23, de Heer is mijn Herder, is vast de populairste psalm. Maar hoe gaat het als je een wantrouwig schaap bent?

De locatie is hier de Negev woestijn, waar nog steeds Bedoeïenen hun kudden laten grazen en waar David vast aan gedacht zal hebben toen hij deze psalm schreef.

  1. De HEERE is mijn Herder, mij ontbreekt niets.

Ik vertrouw het niet, deze herder kan er vast niks van!

  1. Hij doet mij neerliggen in grazige weiden,

Grazige weiden? Niks van te zien! Ik zie alleen maar stenen en stof. Wat een gesjouw door deze woestijn!

Hij leidt mij zachtjes naar stille wateren.

Het was die herder toch gelukt om een weitje te vinden. Prima gras om in te liggen. Maar wat dacht je? Geen water! Nu zijn we weer op sjouw. “Stille wateren” zegt hij. Hij is vast nog nooit eerder hier in de Negev geweest. Hier heb je alleen droge beddingen. En als het een keer regent, kolkt het water er doorheen. Dan word je helemaal meegesleurd en verdrink je in de Dode Zee! 

  1. Hij verkwikt mijn ziel,

Hij had toch nog water gevonden. Een rustig meertje, dat gevoed werd door een watervalletje uit de rots. Maar ik ben op van de spanning! Ik was steeds doodsbang dat er een vloed zou komen in die bedding. Ik kan nog bijna niet drinken.

Hij leidt mij in het spoor van de gerechtigheid, omwille van Zijn Naam.

Allemaal sporen hier. De herder heeft er één gekozen, maar dat kan nooit het goede zijn. Links en rechts zag ik ook sporen. Die zagen er beter uit. Deze gaat helemaal nergens naartoe. Of naar een roofdier.

  1. Al ging ik ook door een dal vol schaduw van de dood, ik zou geen kwaad vrezen, want U bent met mij; Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij.

Zie je wel, nu zijn we in dit enge dal terechtgekomen. Overal holen van roofdieren. En stenen waar slangen onder liggen. Ik ben nog nooit zo bang geweest! En de herder, die heeft een stok en een staf bij zich. Om mij te slaan natuurlijk!

  1. U maakt voor mij de tafel gereed voor de ogen van mijn tegenstanders;

Dat dal zijn we amper doorheen en nu gaat die domme herder ons eten geven! Op een vel dat hij heeft uitgespreid. Een “tafel” noemt hij het. Ik zie de ogen van luipaarden en wolven naar ons gluren vanuit het dal. En aan de andere kant loopt ook wat. Is het een leeuw of een beer? Ik durf niet te eten.

U zalft mijn hoofd met olie, mijn beker vloeit over.

Wat krijg ik nou over mijn kop? Vettig spul! De herder denkt dat het goed is tegen de zon en droogte, maar ik vind het vies! En wat hij ook nog doet, hij geeft ons drinken, maar veel te veel. De drinkbak loopt over! Wat een verspilling!

  1. Ja, goedheid en goedertierenheid zullen mij volgen al de dagen van mijn leven.

Met deze herder kan ik alleen rampspoed verwachten. Mijn hele leven.

Ik zal in het huis van de HEERE blijven tot in lengte van dagen.

Wat gebeurt er nu? We komen bij een huis! De herder zegt dat hij mij zo lief vindt dat hij mij in zijn eigen huis wil nemen. Als huisdier. Hij vindt me lief? Dat kan niet kloppen! Hij zegt het om mij te bedriegen zodat ik rustig meeloop. Want dit is het slachthuis! Straks is het met mij gedaan! Ik ren weg, ver bij deze herder vandaan!

Beetje herkenbaar?

Gods Geheime Krijgsplan

Gideon en zijn bende

Het verhaal van Gideon vinden we in Richteren 6, 7 en 8.

Wat de Schrift bedoelt, is hier voor ons, meer dan 3000 jaar en 3000 kilometer verwijderd van deze actie, niet altijd zo helder. Door in te leven in de tekst en de situatie denk ik het duidelijk te kunnen maken.

De situatie

De Israëlieten leven in een agrarische samenleving. Ze hebben een los stamverband, zonder centrale leiding.  De buren, de Midianieten, leven nomadisch. Zij hebben wel koningen die het volk dirigeren. Op een moment bedenken die dat het veel handiger is om jaarlijks de Israëlieten van hun oogst te beroven, dan om met hun eigen kudden de schaarse vruchtbare plekken van de woestijnen af te grazen. Ze kunnen dit makkelijk doen, want ze zijn flink in de meerderheid. Zeker als andere nomadische volken zich bij hen aansluiten om mee te profiteren.

Het verlossingsplan

De God van Israël krijgt medelijden met Zijn verarmde volk, nadat ze tot Hem om hulp zijn gaan roepen. Hij heeft een plan, waarmee ze zich, ondanks hun numerieke minderheid, van de onderdrukkers kunnen ontdoen. Cruciaal voor dit plan is, dat het niet uitlekt naar de vijand. Daarom mogen ook de Israëlieten zelf het niet weten.

Leider

Om te beginnen moet er een leider komen. God kiest Gideon uit. Een gewone man uit een gewone stam, helemaal niet van adel of zo. Ook Gideon krijgt het krijgsplan niet te horen. Wat hij wél krijgt, zijn een heel aantal tekenen, waardoor hij toch het vertrouwen moet krijgen dat het met deze God wel goed gaat komen. Een oefening in geloof, zogezegd. 

Mobilisatie

Gideon weet eerst zijn eigen clan, de Abiëzrieten, bij elkaar te roepen. De rest van de stam Manasse krijgt er dan ook zin in. Vervolgens komen er strijdbare mannen uit nog drie naburige stammen. Bij elkaar 32000 man. Gideon zal blij zijn, maar nog lang niet tevreden. Het vijandelijke leger is meer dan vier keer zo groot! Zo gaat het heel spannend worden!

Demobilisatie?

God gaat Gideon weer aanwijzingen geven. Zal Hij aanraden om nog andere stammen op te roepen? Nee, “je hebt al te veel manschappen!” zegt God. “Straks ga je nog denken dat jouw machtige leger de Midianieten heeft verlagen.” Iedereen die bang is mag vertrekken. Dat blijken er heel veel te zijn. Ze hebben zeker ook door dat dit leger veel te klein is om de tegenstander te verslaan. Meer dan tweederde maakt zich uit de voeten. Ze worden naar Gilead gestuurd. Dat is helemaal naar de overkant van de Jordaan, waar de vijanden straks naartoe zullen vluchten. Nu zijn deze mannen bang, maar vermoeide strijders opvangen voordat ze zich kunnen hergroeperen, daar zijn ze prima voor geschikt. Alleen weten ze nu nog niet dat deze taak ze wacht.

Slurpen

Met maar tienduizend man de strijd aangaan tegen meer dan honderdduizend? Dat lijkt waanzin! Alleen zegt God dat het er nog  te veel zijn. Hij komt met een interessante selectieprocedure. Bij de bron Harod, “Ein Charod” op z’n Hebreeuws. 

Hier een opname van de bron.

Het water van de bron loopt uit in een meertje. Daar laat Gideon zijn mannen drinken.

Wat gebeurt er? De mannen zijn moe en dorstig. De meesten laten zich op hun buik vallen en beginnen het water op te slurpen. Slechts 300 blijven alert en brengen het met hun hand naar hun mond.

Een vriendelijke gids demonstreert het hier.

Onvoorzichtig
Alert

In de bende of naar huis

God zet tegen Gideon dat hij het moet doen met de 300  om de Midianieten  te verslaan. Deze leden van deze Gideonsbende zijn dus dapper, maar niet roekeloos.

De onvoorzichtige rest mag naar huis. In de buurt, dus makkelijk oproepbaar om vluchtende vijanden achterna te zitten. Daar hoef je niet voorzichtig voor te zijn! Alleen weten ook die nu nog niet dat deze taak ze wacht.

De 300 man stellen zich ’s nachts op rondom het vijandelijke kamp. Met fakkels en een hoop lawaai veroorzaken ze algehele paniek. Uniformen waren nog niet uitgevonden, zodat iedereen in ieder ander een vijand ziet. Na een aantal onderlinge gevechten slaat het hele kamp op de vlucht.

Greet constateert vanaf de heuvel More dat er inderdaad geen Midianieten zijn overgebleven in het dal

De afwikkeling

Nu wikkelt het plan zich af, zoals God het heeft bedoeld.

Behalve dan dat Gideon het nodig vindt om nog een andere grote stam erin te betrekken (7:24), wat direct onenigheid oplevert (8:1). En dat hij steden die hem niet willen helpen wreed straft (8:16,17). En dat hij zijn zoontje weerloze krijgsgevangenen wil laten doden (8:20). En dat hij een afgodsding maakt (8:27), als aandenken van de overwinning. En dat hij zich geen koning wil laten noemen (8:23), maar zich wel als koning gaat gedragen, inclusief een flinke harem (8:30). Wat na zijn dood ook weer een hoop narigheid oplevert (9:1-57).

Alleen het plan van God was volmaakt!

Norá – Ontzagwekkend!

Ontdekking in de structuur van Psalm 76

Psalmen zijn nooit spontaan opgeschreven. Er is altijd over nagedacht. De woorden zijn speciaal uitgekozen, zodat ze in het Hebreeuws goed klinken. Soms ook uitgeteld, zodat bijvoorbeeld de Naam van God zeven keer voorkomt in een psalm. Of dat een kernwoord precies in het midden staat.

Onlangs kwam ik dit weer tegen toen ik in Psalm 76 dook. Ik deed dit vanwege de zin “Daar brak Hij de vurige pijlen van de boog, het schild, het zwaard en de strijd.” (Vers 4, HSV). Dat hopen we en daar bidden we om. “Raketten, tanks, geweren en de oorlog” zou je nu zeggen.

Als kernwoord van deze psalm komt in aanmerking het Hebreeuwse woord Norá (נורָא). In de HSV in vers 8 vertaald met “ontzagwekkend” en in vers 13 met “Die gevreesd is”. Dit woord omsluit dus het tweede gedeelte van de psalm. Ook wordt er op verschillende manieren de aandacht naartoe geleid.

    • Door woorden met verwante betekenis, met dezelfde stam. Yar’á (יָֽרְאָ֣ה) vreesde” in vers 9 en morá (מֹּורָֽא) Hem Die te vrezen is” in vers 12.
    • Door klankverwante woorden. Nodá’ (נֹודָ֣ע)bekend”, het eerste woord van de psalm, en door Na’oor (נָ֭אֹור)schitterend” in vers 5.

Ik ging eens woorden tellen. Vers 1, de titel, niet meegerekend. Inderdaad, norá is het middelste woord! Vers 8: Attá norá átta (אַתָּ֤ה׀ נֹ֥ורָא אַ֗תָּה) “U, ontzagwekkend bent U!Norá is zelfs aan beide kanten geflankeerd door hetzelfde woord “attá”. Echt het kernwoord dus!

Waar komt norá nog meer voor in de Bijbel? De eerste keer in de geschiedenis van Jacob bij Bethel. Na zijn wonderlijke droom zei hij: (Genesis 28:17) “Hoe ontzagwekkend is deze plaats! Dit is niets anders dan het huis van God en de poort van de hemel”. De tweede keer in het Lied van Mozes, nadat de Egyptische paarden en strijdwagens door de zee waren bedolven. (Exodus 15:11) “Wie is als U, verheerlijkt in heiligheid, ontzagwekkend in lofzangen, U Die wonderen doet?

Het vers voorafgaande aan Psalm 76:8 verwijst naar beide gebeurtenissen! Psalm 76:7:

Door Uw bestraffing, o God van Jakob, vielen strijdwagen en paard in een diepe slaap.”

Het kan best dat er nog meer bijzondere verwijzingen en structuur in deze psalm te vinden zijn. Voor mij was dit voorlopig wel genoeg. Het illustreert weer hoe goed er door de psalmisten is nagedacht over de keuze en plaatsing van de psalmwoorden. De boodschap is hier: “God is ontzagwekkend!”

We mogen ons gerust afvragen wat dat ons heeft te zeggen!

Naschrift

Het was heel leuk om dit zelf te ontdekken (in april 2022). Het is ook mooi om te ontdekken dat anderen mij daarin zijn voorgegaan. Inmiddels (augustus 2023) een artikel over Psalm 76 gelezen van Casper Labuschagne, waarin bovenstaande bevindingen zijn bevestigd. Het is zelfs nog mooier! De hele psalm heeft namelijk 83 woorden. Vóór en na het kernwoord norá dus 41. Dat is de getalswaarde van het woord Norá (נורָא)! De waarde van de vier Hebreeuwse letters is namelijk 14+6+20+1=41. Zo is God ontzagwekkend door de hele psalm heen!

Hier mijn eigen vertaling (natuurlijk wel gespiekt bij andere Nederlandse vertalingen). Norá heb ik vertaald met ‘vreeswekkend‘, omdat het woord “vrezen” ook op twee andere plaatsen voorkomt. De NBV21 en Naardense Bijbel vertalen ook zo.

Ook de symmetrie van de coupletten is goed zichtbaar.

    1. Voor de koorleider, bij snarenspel, een psalm van Asaf, een lied
    1. God is bekend in Juda, groot is Zijn naam in Israël.
    2. Zijn tent was in Salem, in Sion zijn legerplaats.
    3. Daar verbrijzelde Hij de flitsende pijlen, het schild, het zwaard en de oorlog zelf!
    1. Stralend bent U, majestueus, vanaf de bergen uit op buit.
    2. Ze werden beroofd, de stoere krijgers, ze dommelden in slaap,
      En geen van die sterke mannen had nog macht over zijn handen.
    3. Door Uw dreigen, O God van Jacob, sliepen paard en strijdwagen in.
    1. U, vreeswekkend bent U!

      Wie kan voor U standhouden, zodra Uw toorn ontbrandt.
    2. Vanuit de hemel liet u het oordeel horen, de aarde vreesde en hield zich stil.
    3. Toen God opstond om recht te doen, om alle vernederden van de aarde te redden.
    4. De nu woedende mensen zullen U gaan loven, wat aan woede rest legt U aan banden.
    1. Doe geloften aan de Heere jullie God en los ze in;
      Laat allen rondom Hem geschenken brengen, aan Hem die te vrezen is.
    2. Hij die de leiders laat inbinden; vreeswekkend voor de koningen der aarde!